BB H6 en KB H4.3 - Reclame

• Maatschappijkunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Massamedia

Basis: hoofdstuk 6

Reclame

Kader: hoofdstuk 4.3

Leerdoelen

Ik kan:

- Het doel van reclame uitleggen

- vertellen wat een doelgroep is

- vertellen wat sluikreclame is

- vertellen dat er regels zijn, ook voor influencers

Het doel van reclame

De bedoeling van reclame is dat jij dingen gaat kopen, de fabrikant van dat product verdient daarmee geld.

Media verdienen geld door reclame te plaatsen of uit te zenden.

Doelgroep

Reclamemakers maken reclame voor een doelgroep, een doelgroep wordt bepaald door:

• de leeftijd
• de sekse (m/v)
• het inkomen

Hoe werkt reclame?

3 manieren: 

• Het product wordt gekoppeld aan een gevoel
• Het leven ziet er uit als een ideaalbeeld
• Er zijn veel BN'ers te zien 

0

Soorten reclame

Sluikreclame: 'stiekem' reclame maken voor een product. Bijvoorbeeld een presentator die een merktrui aanheeft.

Reclame via internet

• Cookies; internetbedrijven houden via cookies bij welke sites mensen bezoeken. Die cookies kunnen dan weer verkocht worden.
• influencers moeten zich tegenwoordig ook aan regels voor reclame houden; ze moeten aangeven dat ze reclame voor een product maken.

Het eerste doel van reclame is...

1. Producten verkopen
2. Irritant zijn
3. Vrolijkheid brengen
4. Zorgen voor plaspauze tijdens een film

Er zijn drie manieren om reclame te laten werken: BN'ers, ........ en een ideaalbeeld.

1. Geld
2. Reclame
3. Gevoel
4. Kleur

sluikreclame

1. stiekeme reclame
2. reclame die duur is
3. reclame voor sluik haar

0

Maken

Het eerste doel van reclame is...

1. Producten verkopen
2. Irritant zijn
3. Vrolijkheid brengen
4. Zorgen voor plaspauze tijdens een film

Er zijn drie manieren om reclame te laten werken: BN'ers, ........ en een ideaalbeeld.

1. Geld
2. Reclame
3. Gevoel
4. Kleur

sluikreclame

1. stiekeme reclame
2. reclame die duur is
3. reclame voor sluik haar

Je mag op tv meer dan 12 minuten reclame uitzenden per uur.

1. Waar
2. Niet waar

Maken

Basis: hoofdstuk 6 afronden

Kader: hoofdstuk 4

Vraag: 9 t/m 12, 19, 20, 21