Luisteren en kijken 1.1 - GP

Luisteren en Kijken H1
1.1 Gericht luisteren en kijken
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Luisteren en Kijken H1
1.1 Gericht luisteren en kijken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik
  • Theorie Luisteren & Kijken 1.1 bespreken
  • Opdrachten maken
  • Afsluiter


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Planning

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is de toets van
Luisteren en Kijken H1?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van deze paragraaf kun je een manier van kijken en luisteren kiezen die het beste bij je doel past.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1.1 Gericht luisteren en kijken
Geen aandacht bij radio of tv? Dan vergeet je vaak wat er is gezegd.

Als je echt bepaalde informatie wilt, dan zal je gerichter moeten kijken en luisteren.


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

1.1 Gericht luisteren en kijken
Luisteren doe je de hele dag - op verschillende manieren

1) Soms luister en kijk je zonder echt te weten waar het over gaat
2) Soms luister en kijk je gericht waarbij je wacht op bepaalde informatie
3) Slechts een heel klein deel doe je aan: gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1.1 Gericht luisteren en kijken
Belangrijk om te weten!

  1. Bedenk van tevoren wat je wilt weten.
  2. Let altijd extra goed op het begin. Vaak hoor je dan waar de spreker het over gaat hebben en welke deelonderwerpen achtereenvolgens aan bod komen.
  3. Let tijdens het luisteren op signaalwoorden. Deze woorden wijzen op belangrijke relaties in de (luister)tekst.
  4. Let ook goed op het beeld bij programma’s van tv of internet. Beelden kunnen verduidelijken en geven extra informatie.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Quiz
Jullie gaan zo een quiz maken. Geef antwoord met je telefoon.
Bepaal bij elke vraag op welke manier je kijkt of luistert.
SUCCES!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Je wacht op het perron op je trein er wordt een wijziging omgeroepen
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Je krijgt instructie over de ontruiming van het gebouw
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Je kijkt naar het journaal terwijl je de afwas doet
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Je luistert naar het weerbericht voor Europa en je wilt weten wat voor weer het in Portugal wordt
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens het maken van je huiswerk staat de televisie aan
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De docent leest de data voor waarop jullie projectgroepen moeten presenteren
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de ehbo-cursus wordt uitgelegd hoe je moet reanimeren
A
luisteren en kijken zonder echt te weten waar het over gaat
B
gericht luisteren en kijken wachten op bepaalde informatie
C
gericht luisteren en kijken naar alles

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Signaalwoorden
Signaalwoorden zijn woorden die verbanden binnen een (luister)tekst aangeven.

Voorbeeld: 
omdat - dan weet je dat er daarna een reden of argument genoemd gaat worden
Leren!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

opsomming
tegenstelling
reden/ argument
conclusie
kortom
ten eerste
omdat
want
dus
hoewel
vervolgens
echter

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

We verwijderen alleen borden op plaatsen waar de verkeerssituatie zich voor leent. Daardoor worden de locaties overzichtelijker en verkeersveiliger.

Welk verband geeft het signaalwoord daardoor aan?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
doel-middel
D
tegenstelling

Slide 19 - Quiz

oorzaak – gevolg (oorzaak: borden verwijderen / gevolg: locaties worden overzichtelijker en verkeersveiliger)
Als er minder borden staan, vallen deze beter op.Daarnaast wordt het straatbeeld aantrekkelijker.

Welk verband geeft het signaalwoord daarnaast aan?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
doel-middel
D
tegenstelling

Slide 20 - Quiz

oorzaak – gevolg (oorzaak: borden verwijderen / gevolg: locaties worden overzichtelijker en verkeersveiliger)
De gemeente gaat 40 procent van alle verkeersborden binnen de bebouwde kom verwijderen om zo de verkeersveiligheid te verbeteren.

Welk verband geeft het signaalwoord om...te aan?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
doel-middel
D
tegenstelling

Slide 21 - Quiz

doel - middel (doel: verkeersveiligheid verbeteren / middel: verkeersborden verwijderen)
Veel inwoners zijn echter bang dat het juist gevaarlijker wordt in de gemeente. Hebben zij gelijk?

Welk verband geeft het signaalwoord echter aan?
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
doel-middel
D
tegenstelling

Slide 22 - Quiz

doel - middel (doel: verkeersveiligheid verbeteren / middel: verkeersborden verwijderen)
Aan de slag
Luisteren en kijken 1.1
  • Opdracht 3
  • Opdracht 4
  • Examenopdracht

Slide 23 - Slide

This item has no instructions