Temperatuur verschillen

1 / 19
next
Slide 1: Video
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Video

This item has no instructions

Weer
In het weerbericht probeert men te voorspellen wat de hoogste temperatuur overdag en de laagste temperatuur 's nachts zal zijn.
Elke dag worden deze maximumtemperatuur en minimumtemperatuur ook gemeten.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wereldoriëntatie
Na deze les:

  • weet ik welke klimaten we in de wereld kennen, waar ze voorkomen en tot welke begroeiing dit leidt.
Dit ga je leren
Woordenschat
  • Na deze les weet ik wat
    de belangrijke woorden uit de tekst betekenen. 
Taal
  • Na deze les kan ik op een wereldkaart aangeven waar zich welke klimaten bevinden en welke begroeiing hier groeit. Ik kan de kaart presenteren aan mijn klasgenoten.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Verdiepende tekst
Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt geel

Arceer in ieder geval:
  • loodrecht
  • het lagedrukgebied
  • het tropisch klimaat
  • het regenwoudklimaat
  • het moessonklimaat
  • het savanneklimaat
  • het steppeklimaat
  • het woestijnklimaat
  • gematigd
  • het poolklimaat
  • het toendraklimaat
  • de ijskap
  • het hooggebergteklimaat

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
het klimaat
het landklimaat
De winters zijn heel koud en lang en de zomers heel warm. Het verschil in temperatuur tussen de zomer en de winter kan wel 60 graden zijn bij landen met een landklimaat!
het moessonklimaat
Het moessonklimaat heeft een droog en nat seizoen. 
Bekijk het filmpje.
het tropisch klimaat
Een klimaat met warme temperaturen en veel regen.
Het tropisch klimaat kun je onderverdelen in het regenwoudklimaat, het moessonklimaat en het savanneklimaat.
het steppeklimaat
In het steppeklimaat groeien nog grassen en struiken, maar er is veel minder leven dan in de tropen. 
het woestijnklimaat
Gebieden met een woestijnklimaat hebben vooral kale vlaktes van zand of stenen. Er groeien weinig planten. De planten die er groeien hebben zich aangepast aan de hitte.
gematigd klimaat of het zeeklimaat
In landen met een zeeklimaat wordt het klimaat beïnvloed door de zee. In gebieden met een zeeklimaat wordt het in de zomer nooit erg warm en in de winter wordt het nooit erg koud. 
het poolklimaat
In landen met een poolklimaat is het altijd koud. Het poolklimaat kun je verder opsplitsen in een toendraklimaat, een ijskap en een hooggebergteklimaat.
het regenwoudklimaat
In het regenwoudklimaat regent het het hele jaar. Daardoor blijven de planten groen. 
het droge klimaat
In gebieden met een droog klimaat is het overdag bloedheet en 's nachts kan het koud zijn. Er valt weinig regen. Het droge klimaat kun je onderverdelen in het steppeklimaat en het woestijnklimaat.
de ijskap
In een ijskap vriest het gemiddeld het hele jaar door. De Noord- en de Zuidpool zijn voorbeelden van een ijskap. 
het toendraklimaat
In het toendraklimaat is het tussen 0 en 10 graden in de warmste maand.
het hooggebergteklimaat
In het hooggebergteklimaat vriest het altijd. De bodem is meestal bevroren. Het komt voor in hooggebergtes, zoals de Himalaya of de Alpen.
het savanneklimaat
Het savanneklimaat heeft een groot verschil tussen het droge en natte seizoen.

Slide 5 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Woordenschat
Hulpkaart
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Staan er nog andere woorden in de tekst waarvan je de betekenis nog niet kent? Schrijf deze woorden met de betekenis op in je logboek. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
timer
5:00
groot
klein
muis
olifant

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

De atmosfeer
Dat de aarde op veel plaatsen een temperatuur heeft die geschikt is om er te leven, danken we aan de verwarming van de zon en aan de luchtlaag om de aarde, de atmosfeer. Het aardoppervlak wordt direct verwarmd door de zon. De atmosfeer wordt indirect verwarmd door de zon.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Temperatuurfactoren
Drie factoren hebben grote invloed op de temperatuur. Dat zijn temperatuurfactoren.
  1. Breedteligging: 'hoe verder van de evenaar, hoe kouder'.
  2. Hoogteligging: 'hoe hoger, hoe kouder'.
  3. Land- zeeverdeling: 'hoe verder van zee, hoe warmer in de      zomer en hoe kouder in de winter'. (differentiatie)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Breedteligging
  • Op hoge breedte, dus in de poolstreken, is het koud
  • Op lage breedte, dus in de tropen, is het warm
  • Hoe schuiner de invallende zonnestraal, hoe groter het oppervlak dat wordt verwarmd. Des te kouder het wordt.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoogteligging
Je zou denken: boven op een bergtop zit je dichter bij de zon; dus op de top is het warmer. FOUT!
  • De zon verwarmt het aardoppervlak. De dampkring wordt dus van onderaf verwarmt.
  • Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. (iedere 100 meter die je een berg op klimt, wordt het 0,6°C  kouder)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Klimaatgrafieken
Klimaatgrafieken zijn grafieken, waarvan je het gemiddelde weer in een jaar van een land of werelddeel kan aflezen.
  • De rode lijn geeft de temperatuur aan.
  • De blauwe staven geven de hoeveelheid neerslag aan.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Uitleg klimaatgrafiek

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Klimaatgrafieken
  • In grafiek B is er geen verschil tussen zomer en winter
  • Plaatsen A en C liggen op hoge breedte
  • Bij een bergparabool (A) ligt de plaats op het noordelijk halfrond.
  • Bij een dalparabool (C) ligt de plaats op het zuidelijk halfrond.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions