H2.1: Stoffen in huis

Hoofdstuk 2 Stoffen 
§ 2.1 Stoffen in huis
§ 2.2 zuivere stoffen en mengsels
§ 2.3 massa en volume
§ 2.4 dichtheid
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2 Stoffen 
§ 2.1 Stoffen in huis
§ 2.2 zuivere stoffen en mengsels
§ 2.3 massa en volume
§ 2.4 dichtheid

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij stoffen?

Slide 2 - Slide

2.1 Stoffen in huis

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt vier stofeigenschappen noemen, die gebruikt worden om stoffen te herkennen.
  • Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen.
  • Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.

Slide 4 - Slide

Stofeigenschappen
Eigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen of waarmee je stoffen van elkaar kunt onderscheiden. Bijvoorbeeld:
  • Geur (Alcohol vs Benzine)
  • Kleur (Koper, Goud, Lood)
  • Smaak (Suiker, Keukenzout, Citroensap)
  • Brandbaarheid (Benzine vs water)

Slide 5 - Slide

Stoffen en veiligheid
Mogelijke gevaren van een stof:
  • Als je de stof inademt
  • Als je de stof inslikt
  • Als je de stof op je kleren/huid of in je ogen krijgt
  • Wanneer de stof met vuur in aanraking komt
  • Wanneer de stof met een andere stof mengt

Slide 6 - Slide

Gevaarsymbolen

Slide 7 - Slide

H en P zinnen

H staat voor Hazard (gevaar)
P staat voor prevention (voorzorgmaatregelen) 

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
  • Kun je vier stofeigenschappen noemen, die gebruikt worden om stoffen te herkennen?
  • Kun je stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen?
  • Kun je uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn?

Slide 9 - Slide

Huiswerk
- Lees Par 2.1
- Lees Par 2.2
- Maak opdracht 1 t/m 7



Slide 10 - Slide