8.5 Doping en drugs

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Lesdoelen

• Kunnen uitleggen wat doping is en welke manieren van doping er zijn.
• Kunnen uitleggen welke effecten drugs op het lichaam kan hebben.
• Kunnen uitleggen wat de gevolgen van drugs kunnen zijn.

Doping

• Sommige sporters gebruiken doping. Dit zijn middelen die je sportprestatie verhogen.

• Er zijn 2 soorten doping:

1. Gebruik van verboden stoffen.
2. Gebruik van verboden methoden

Gebruik van verboden stoffen

• Amfetamine:

Stimulerende stof. Heeft een oppeppende werking. De sporter voelt zijn vermoeidheid niet en kan langer doorgaan.

• Anabole steroïden:

Laten de spieren groeien. Vooral krachtsporters en sprinters proberen zo meer spiermassa te krijgen.

Gebruik van verboden methoden

• Bloeddoping

Het kunstmatig verhogen van het aantal rode bloedcellen. Meer rode bloedcellen zorgen voor meer vervoer van zuurstof.

Sporters krijgen vlak voor een wedstrijd bloed toegediend.

Sommige sporters spuiten het hormoon 'epo' in. Hierdoor gaat het rode beenmerg meer rode bloedcellen aanmaken.

Hoe beïnvloeden drugs je lichaam?

• Stimulerende middelen

Zorgen dat je zenuwstelsel sneller werkt.

• Verdovende middelen

Laten je zenuwstelsel trager werken.

• Bewustzijnsveranderende middelen

Beïnvloeden de werking van je hersenen. Hierdoor verandert je stemming en de wereld om je heen ziet er anders uit dan in de werkelijkheid.

Wat zijn de gevolgen van drugsgebruik?

• Lichamelijk afhankelijk

Het lichaam kan niet meer goed werken zonder de drug. Je krijgt klachten zoals hoofdpijn, zweten en trillen. Dit zijn ontwenningsverschijnselen.

• Geestelijk afhankelijk

Je hebt het gevoel dat je niet meer zonder kunt. Je denkt er steeds aan.

• Sociaal afhankelijk

Je mist het contact met mensen waarmee je de drug gebruikt.

Wat zijn de gevolgen van drugsgebruik?

• Gezondheidsproblemen
• Psychische problemen
• Sociale problemen
• Financiële problemen

Een huisarts of instelling voor verslavingszorg kan je helpen met afkicken.

Zelf aan de slag (8.5)

Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.

• Opdrachten 8.4 (WB blz. 97 t/m 101)
• Zelf samenvatten (schrift) (TB blz. 57 t/m 59)
• Samenvatting werkboek (WB blz. 102 t/m 106) 
• Test Jezelf (WB blz. 107 t/m 111) 
• Digitaal Werkboek in Cumlaude