This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
De Russische Revolutie
.......en het communisme.
Slide 1 - Slide
Startopdacht
Opdracht 1
Lees de tekst "Nederland" op
blz 33 van je informatieboek
Beantwoord de volgende vraag op een kladblaadje:
Noem 2 gevolgen van de Eerste Wereldoorlog voor Nederland.
Opdracht 2
Lees de tekst "communisten aan de macht" op blz 34 van je informatieboek.
Maak opdracht 3 op blz 46 van je werkboek.
Slide 2 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen wat het communisme is.
Je weet weet hoe de Sovjet-Unie communistisch is geworden.
Slide 3 - Slide
Waar denk je aan bij communisme?
Slide 4 - Open question
Waar denk je aan bij de Russische Revolutie
Slide 5 - Open question
De Nederlandse regering beslist dat niemand meer eigen bezit mag hebben. De regering verzamelt al het geld en alle bezittingen en verdeeld dat eerlijk over alle burgers. Zou je dat willen?
Ja
Nee
Slide 6 - Poll
Het Russische Keizerrijk.
Slide 7 - Slide
Het Russische Keizerrijk
Tot 1917 is Rusland een keizerrijk onder Tsaar Nicolaas II
Landbouw
Russisch Orthodoxe Kerk
Veel armoede
Weinig vrijheid
Lijdt grote verliezen tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Slide 8 - Slide
Russische Revolutie 1917
Het volk komt in opstand.
Tsaar wordt afgezet (en later vermoord)
Vier jaar lang is er een burgeroorlog.
In 1921 grijpen de communisten onder leiding van Lenin de macht
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Wat is het communisme nu precies?
Communisten gaan uit van de ideeën van Karl Marx.
Een Duitse Filosoof uit de 19e eeuw.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Welkom bij geschiedenis
Op tafel:
Pen
Lijntjesblaadje
Informatieboek blz 35
Werkboek blz 46-47
Slide 14 - Slide
Leerdoel
Je weet wat het communisme is.
Je weet hoe de Sovjet-Unie communistisch is geworden.
Je weet wie Marx, Lenin en Stalin zijn.
Je weet hoe het leven er in de communistische Sovjet-Unie er uit zag terwijl Stalin aan de macht was.
Slide 15 - Slide
Startopdracht:
Opdracht 1
- Lees: "communisten aan de macht" op blz 34-35 IB
- Maak opdracht 3 op blz 46 WB
Opdracht 2
Beantwoord de volgende vragen op een lijntjesblaadje
1. Wat gebeurde er tijdens de Russische revolutie?
2. Waar denk jij aan bij communisme?
3. Wie heeft het communisme bedacht?
4. Wie maakte Rusland communistisch?
Slide 16 - Slide
Het communisme van Karl Marx:
Arme arbeiders worden uitgebuit door rijke fabriekseigenaren.
De arbeiders zullen in opstand komen.
Dan zal al het bezit eerlijk verdeeld worden over iedereen.
Geen verschil meer tussen arm en rijk.
Een klasseloze samenleving.
Religie onderdrukt het volk, dus is slecht.
Slide 17 - Slide
1922 De Sovjet-Unie ontstaat.
Lenin gelooft ook in gelijkheid, maar is van mening dat er eerst veel geweld nodig is om dit voor elkaar te krijgen.
Als de communisten onder leiding van Lenin de burgeroorlog winnen vormen ze de Sovjet-Unie (Rusland+Oekraïne+nog veel meer landen)
De Sovjet-Unie is een dictatuur. De communistische partij heeft alle macht. .\
Slide 18 - Slide
Communisme in de praktijk
Alle bezit, bedrijven, gebouwen, voorzieningen zijn van de staat.
Niet iedereen krijgt evenveel....maar iedereen krijgt even weinig.
De staat zorgt voor onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur.
De staat controleert alle organisaties en media (censuur).
Geheime politie controleert het volk.
Tegenstanders worden opgesloten in concentratiekampen.
Geen ruimte voor religie.
Slide 19 - Slide
Communisme onder Stalin
Als Lenin komt te overlijden neemt Stalin de macht over.
De Sovjet-Unie wordt een totalitaire staat: waarin de overheid het hele leven van de mensen bepaald.
Sovjet-Unie moet een sterke industriestaat worden.
Vijfjarenplannen waar precies in vastligt wat en hoeveel fabrieken en boerderijen mogen produceren (planeconomie).
Nog meer terreur en censuur en propaganda.
Slide 20 - Slide
Welke Tsaar wat tot 1917 aan de macht in Rusland?
A
Lenin
B
Marx
C
Stalin
D
Nicolaas II
Slide 21 - Quiz
Wie bedacht het communisme?
A
Lenin
B
Marx
C
Stalin
D
Nicolaas II
Slide 22 - Quiz
Wie bedacht het communisme?
A
Lenin
B
Marx
C
Stalin
D
Nicolaas II
Slide 23 - Quiz
Wie is dit?
A
Trotski
B
Lenin
C
Stalin
D
Marx
Slide 24 - Quiz
A
Stalin
B
Lenin
C
Dugin
D
Marx
Slide 25 - Quiz
Wie is dit?
A
Tsaar Nicolas II
B
Vladimir Lenin
C
Karl Marx
D
Josef Stalin
Slide 26 - Quiz
Kies de juiste tijdsvolgorde:
A
Lenin, Stalin, Nicolaas II
B
Nicolaas II, Lenin, Stalin
C
Stalin, Lenin, Nicolaas II
D
Nicolaas II, Stalin, Lenin
Slide 27 - Quiz
Aan welke kleur herken je communistische vlaggen, afbeeldingen etc.
Slide 28 - Open question
Wat hoort er bij communisme?
A
Grote verschillen tussen arm en rijk
B
Iedereen is gelijk
Slide 29 - Quiz
Wat hoort er bij communisme?
A
Opkomen voor de rijke
B
Opkomen voor de armen
Slide 30 - Quiz
Wat hoort er bij communisme?
A
Opkomen voor de rijke
B
Opkomen voor de armen
Slide 31 - Quiz
Wat hoort er bij communisme?
A
De staat (overheid) bepaalt wie een bedrijf mag starten
B
Iedereen mag zijn eigen bedrijf starten.
Slide 32 - Quiz
Wat hoort er bij communisme?
A
Boeren moeten gedwongen samenwerken in een landbouwbedrijf van de staat.