This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Drankenkennis: koffie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Waar wordt de koffieboon uitgehaald?
A
Uit een blauwe bes
B
Uit een rode bes
C
Uit de grond
D
van een plant
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Voor één kop koffie heb je ongeveer 50 koffiebonen nodig. Hoeveel koffiebessen moet je daarvoor plukken?
A
50
B
100
C
25
D
40
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Branden en Melangeren van de koffiebonen
De voorbewerkte koffiebonen worden nu verkocht aan koffiebranders
Vervolgens gaat de koffiebrander de bonen melangeren. Dit betekent het mixen van verschillende koffiebonen. Iedere soort heeft zijn eigen smaak karakter.
Hierna branden ze de koffiebonen (roosteren). De koffieboon krijgt een bruine kleur. De boon zet uit en wordt 2x zo groot.
Tijdens het branden ontwikkelt de koffieboon dus zijn specifieke geur, kleur en smaak
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Leg in jouw eigen woorden uit wat melangeren is
Slide 22 - Open question
Koffiezetmachines
Espressoapparatuur
filterapparatuur (snelfilter en rondfilter)
volautomatische koffiezetsystemen
Slide 23 - Slide
Noem 1 voordeel en 1 nadeel van koffie zetten met een espressomachine.
Slide 24 - Open question
Zelf gemalen koffie in een filter doen
Deze machine wordt veel gebruikt in een kantine
Snel veel verschillende soorten kunnen zetten
Espresso van de hoogste kwaliteit
Je zet een grote hoeveelheid in een keer
Onder hoge druk wordt het water door de piston geperst
Slide 25 - Drag question
Het bereiden van koffie
Kies de juiste koffiesoort
Gebruik vers gemalen koffie
Gebruik vers water
Zorg ervoor dat het water heet genoeg is
Serveer de koffie op de juiste temperatuur
Bewaar de koffie in de originele verpakking in een luchtdichte trommel
Slide 26 - Slide
Espresso
Italiaans voor 'snel'. Dat slaat op de tijd die nodig is om de espresso te zetten: tussen de 23 en 30 sec.
Voor een espresso gebruik je dezelfde hoeveelheid gemalen koffie als bij een gewoon kopje koffie. Alleen de hoeveelheid water die je gebruikt is minder.
Hierdoor krijg je een klein, maar krachtig kopje koffie
Slide 27 - Slide
Slow koffie
Dit is langzaam gezette koffie. De zettijd is drie tot vier minuten.
Je giet heel langzaam heet water (90 graden) op de gemalen koffie bonen. Omdat je geen kokend water gebruikt wordt je koffie heel mooi zacht van smaak.
Slide 28 - Slide
Cappuccino
Bij een goede cappuccino is het witte melkschuim omrand door het bruin van de crèmelaag van de espresso.
Een cappuccino bestaat uit 1/3 deel espresso, 1/3 deel warme melk en 1/3 deel melkschuim.
De kunst zit hem in het opschuimen van de melk. Hiervoor gebruik je volle melk. De melk moet ijskoud zijn. Je gebruikt het stoompijpje van het espresso apparaat om de melk op te schuimen.