Module 3 week 24 (2024)

Module 2
Tourismus
1 / 40
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with text slides.

Items in this lesson

Module 2
Tourismus

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Inleveren PO deel 2

Slide 3 - Slide

TO - DO 
Voorbereiden toetsweek
- Luisteropdrachtje
- Opdrachten van les 7 nakijken
- Oefentoets 
- Quizziz


Volgende week een oefentoets maken.


Slide 4 - Slide

Prüfungen

week 16/17 PO deel 2 (vandaag)
week 20 CITO - KLT (vandaag) Woordenlijst 
week 22 leestoets (volgende week --> 80 min)
week 25/26 Module 2



Slide 5 - Slide

Proefwerk periode 3
1. Woorden vertalen naar het NLS.
2. Woorden combineren met de juiste vertaling.
3. Omschrijving: het juiste woord bij de omschrijving kiezen. Bijv. Suppe esse ich mit einem...
4. Dialoog compleet maken. Er mist een woord in de zin.
bijv: Kann ich Ihnen.................

Slide 6 - Slide

Proefwerk periode 3
5. Maak 4 combinaties met de woorden uit het kader. 
- welke woorden hebben met elkaar te maken + uitleg.
6. Hoe vervoeg je een werkwoord?
Wat is de eerste stap?
7. haben/ sein vervoegen
8. het werkwoord vervoegen en op de juiste plek zetten.

Slide 7 - Slide

Proefwerk periode 3
9. müssen können, möchten, dürfen en mögen vertalen. 
10. Juiste modaalwerkwoord kiezen.
bijv: wir möchte/möchten.
11. voltooid deelwoorden maken.
ge+ stam +t
be, ver + stam + t
ge + stam + et

Slide 8 - Slide

Proefwerk periode 3
12. Voorzetsels nach/zu/in en vor/für
13. Dialoog im Hotel (antwoord kunnen geven in het Duits)
bijv. vertaal: ik heb niet gereserveerd.. ik wil een kamer voor 2 personen boeken. 

Slide 9 - Slide

PO Weihnachten
Informatie opzoeken

Kies een stad uit die bekend staat om zijn kerstmarkt

Je mag kiezen uit; 

Slide 10 - Slide

Hören S. 6

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Grammatik les 7 (S. 29) S. 14 van je tb.
Nach/ in/ zu betekent allemaal NAAR.
nach

zu

in



timer
5:00

Slide 13 - Slide

Hören les 7 (S. 31) 
1. Wat hoort bij elkaar?

2. Hören


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

S. 26 - 31 

Slide 16 - Slide

Grammatik les 7 (S. 29) S. 14 van je tb.
Nach/ in/ zu betekent allemaal NAAR.
nach= stad/land/richtingen 
bijv: links, rechts, Den Haag, USA, Noord, Oost. (nach Hause)
zu = naar een persoon!! Ich gehe zu Linda.
in = Als je ergens naar binnen gaat of al binnen bent. 
Als je naar de stad gaat. 




timer
5:00

Slide 17 - Slide

Grammatik les 7 (S. 29) S. 14 van je tb.
für:
- Iemand iets geven  

vor: 
- Voor een iemand staan of voor een gebouw staan

S. 32 machen 

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Dialoog
- Rezeptionist goed doornemen.
- Kunde --> proberen zo een soort zin te maken in het Duits. 

Samen doornemen. 
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Maken: S. 27, 28, 33
Voltooid deelwoord
 - ge + stam + t
- be, ver -+ stam +t (besucht, versucht)
- ge + stam + et ( wanneer de stam eindigt op een -d of -t). 

Over 20 min bespreken


timer
20:00

Slide 20 - Slide

Grammatik les 6  (S. 25)
Maken: S.26 (les 6)
S.24 voltooid deelwoord
1. GE + STAM + T
2. ieren --> stam + t
3. be, ver --> stam + t


timer
10:00

Slide 21 - Slide

Lesen S.25(S.25 tekst) tekst 4 en 5
 Lees eerst de titel
● Beantwoord de vragen per alinea/ lees heen en weer. Zoek eerst de woorden
op in de antwoorden, dit geeft duidelijkheid op zoek naar je antwoord.
● Vaak staan de antwoorden bij leestekens of lijken ze op het Nederlands. 

Fertig? Les 6




timer
10:00

Slide 22 - Slide

Leestoets 
timer
1:20:00

Slide 23 - Slide

Lesen

Korte teksten = antwoord kan overal staan --> markeer de aanhalingstekens + dubbele punt! DIT MARKEER JE IN DE TEKST!

Open vraag beantwoord je altijd in het Nederlands!

wel of niet vragen: WEL staat er letterlijk in! Goed de vraag lezen. Niet zelf een antwoord verzinnen.




timer
20:00

Slide 24 - Slide

Grammatik S. 26, 27 und 28
S.24 voltooid deelwoord
1. GE + STAM + T
2. ieren --> stam + t
3. be, ver --> stam + t


timer
10:00

Slide 25 - Slide

timer
20:00

Slide 26 - Slide

Wörter S. 2 und 3
timer
30:00

Slide 27 - Slide

PO deel 1 kijk-en luisteren
● Bij iedere uitzending zit een inleidend stukje tekst.
● Lees eerst de tekst en beantwoord de vragen bij de tekst.
Maak daarna de opdrachten bij de filmpjes.

● Je moet in totaal 4 filmpjes bekijken.
● Je krijgt de opdracht op papier. Je levert de opdrachten op papier in!

Je kunt hier 67 punten voor halen. Inleveren week 16
Het PO bestaat uit twee delen, de punten van beide delen worden bij elkaar
opgeteld en dat samen wordt een cijfer
timer
40:00

Slide 28 - Slide

Köln

Slide 29 - Slide

Düsseldorf

Slide 30 - Slide

Oberhausen

Slide 31 - Slide

Münster

Slide 32 - Slide

De onderstaande vragen moeten erin verwerkt worden.

1. Sinds wanneer bestaat de kerstmarkt in de door jouw gekozen stad
2. Waar staat jouw gekozen kerstmarkt om bekend
3. Noem 4 typische kerstmarktgerechten
4. Noem 2 typische kerstmarktdrankjes
5. Wat is een Lebkuche, beschrijf wat het is en hoe het gemaakt is.
6. In welke periode staat de kerstmarkt in de door jouw gekozen stad?

Slide 33 - Slide

De onderstaande vragen moeten erin verwerkt worden.

- Zorg ervoor dat er een locatiebeschrijving van de kerstmarkt van jouw keuze in de ppt verwerkt is, denk aan plattegrond.
- Sluit af met wat een persoonlijk stukje tekst. Bijv. Wat vond je het leukst? Zou je de kerstmarkt zelf willen bezoeken? Ben je al eens op een kerstmarkt geweest?
- De ppt wordt beoordeeld op;
 inhoud, juistheid van antwoorden, opbouw en creativiteit.

Slide 34 - Slide

De onderstaande vragen moeten erin verwerkt worden.

- Het PO wordt ingeleverd in Classroom.
k5yd6ir

- Inleverweek is de week na de kerstvakantie.
- Te laat inleveren betekent een aftrekpunt.
- Je mag de PP samen (max. 2 personen) maken of alleen.

- Zet wel je naam/ namen bij het voorblad vd PP

Slide 35 - Slide

Examensite
https://eindexamensite.nl/login

Slide 36 - Slide

Lesen
S. 19 van je AB Aufgabe
Antwoorden 

S. 23 Arbeitsbuch 
S. 25 Text (Textbuch)






Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Hausaufgaben
Alles van les 1 af

Slide 39 - Slide

PO Weihnachten
Je maakt een Power Point in het Nederlands

De volgende punten moeten erin verwerkt worden.
- Voorblad (stad en naam/ klas leerling )
- Inleiding (Waar gaat deze presentatie over)
- Verwerk de vragen en antwoorden in je PP met leuke plaatjes die op het onderwerp slaan. Maak hier een leuk verhaal van (geen opsomming van punten).

Slide 40 - Slide