H3 Afsluiting

H3 Afsluiting en start nieuw hoofdstuk
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

H3 Afsluiting en start nieuw hoofdstuk

Slide 1 - Slide

Welk kenmerk past niet bij een wijk met een lage WOZ-waarde?
A
hoge autodichtheid
B
hoogbouw
C
hoog besteedbaar inkomen
D
hoog % koopwoningen

Slide 2 - Quiz

Rijke buurt A t.o.v. arme buurt B
Juiste stellingen
A
Meer huizen in buurt A dan B
B
Meer koopwoningen in buurt A dan B
C
Meer groenvoorziening in buurt A dan B
D
Meer auto's in buurt A dan B

Slide 3 - Quiz

Zijn in een rijke wijk huizen beter/slechter onderhouden. Waarom?

Slide 4 - Open question

Taak woningbouwcoöperatie
A
huurwoningen bouwen
B
koopwoningen bouwen
C
vakantiepark bouwen
D
infrastructuur aanleggen

Slide 5 - Quiz

Wat kan een gemeente voor maatregelen nemen om de leefbaarheid in een wijk te vergroten?

Slide 6 - Open question

Huizen in een wijk zijn te slecht om nog in te wonen. Wat doet de gemeente?
A
Renoveren
B
Slopen en nieuwbouw
C
Saneren
D
Innoveren

Slide 7 - Quiz

Zijn alle arme wijken achterstandswijken?
A
Ja, waarom?
B
Nee, waarom?

Slide 8 - Quiz

Stedelijke vernieuwing en en saneren betekenen hetzelfde
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Een goede sociale cohesie in een wijk is belangrijk voor een goede leefbaarheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Een goede sociale cohesie in een wijk is belangrijk voor een goede leefbaarheid. Voorbeeld van...
A
armoedebeleid
B
renovatie
C
sanering
D
stedelijke vernieuwing

Slide 11 - Quiz

Mensen die geen baan hebben maar wel op zoek zijn naar werk, horen bij de beroepsbevolking
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Mensen met een lage sociaal-economische status hebben een laag besteedbaar inkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Mensen uit meer welvarende Europese landen werken in Nederland vaak voor het minimumloon.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Vooral voor laagopgeleide Nederlanders is het lastiger geworden om aan een baan te komen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz