Quiz - algemene kennis

Herfst
Quiz
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herfst
Quiz

Slide 1 - Slide

Wanneer is Halloween?
A
Lente
B
zomer
C
herfst
D
winter

Slide 2 - Quiz

Als het in Nederland herfst is, dan is het in Chili ... ?
A
Zomer
B
Winter
C
Herfst
D
Lente

Slide 3 - Quiz

Welke social media-app is dit?
A
Pinball
B
Pinterest
C
Ptrest
D
Pinteresting

Slide 4 - Quiz

Hoe wordt een beoefenaar van de vechtkunst karate genoemd?
A
een karata
B
een karateka
C
een karatika
D
een karatakata

Slide 5 - Quiz

Welke maand heeft de minste dagen?
A
januari
B
februari
C
juli
D
augustus

Slide 6 - Quiz

Hoe heet de vrouw van ex-president Donald Trump?
A
Melania
B
Nadia
C
Melanie
D
Natascha

Slide 7 - Quiz

Bij welke sport gebruik je magnesium?
A
Zwemmen
B
Handbal
C
Turnen
D
Moutainbiken

Slide 8 - Quiz

Welk lijnstuk is groter?
A
de bovenste
B
de onderste
C
beide even groot

Slide 9 - Quiz

Wat zijn de primaire kleuren?
A
Rood, wit, blauw
B
Rood, geel, groen
C
Rood, geel, blauw
D
Zwart, wit, geel

Slide 10 - Quiz

Welk spreekwoord is juist?
A
De kat in de pot vinden
B
De hond in de pot vinden
C
Blaffende honden bijten
D
Katten met honden vergelijken

Slide 11 - Quiz

Hoe heten de kinderen van ons koningspaar?
A
Maxima, Wilhelmina en Alexandra
B
Beatrix, Maxima en Alexia
C
Amalia, Alexia en Ariane
D
Anne, Amalia en Alexia

Slide 12 - Quiz

Welke Nederlander
is
F 1-coureur?
A
Jos Verstappen
B
Mike Verstappen
C
Max Verstappen
D
Jord Verstappen

Slide 13 - Quiz

Welke social media-app is dit?
A
Tuitert
B
Tweeting
C
X
D
Twitter

Slide 14 - Quiz

Hoe ver ligt de penalty-stip
van de goal?
A
8 meter
B
9 meter
C
10 meter
D
11 meter

Slide 15 - Quiz

Wat is de hoofdstad van de provincie Limburg
A
Kerkrade
B
Heerlen
C
Valkenburg
D
Maastricht

Slide 16 - Quiz


Wat is het meervoud van melodie?
A
Melodieën
B
Melodiën
C
Melodies
D
Melodieen

Slide 17 - Quiz

tussen, op, naast, onder, bij, van.

Dit zijn:
A
lidwoorden
B
voorzetsels
C
telwoorden
D
bijvoeglijke naamwoorden

Slide 18 - Quiz

Van welk land is deze vlag?
A
Nederland
B
Luxemburg
C
Frankrijk

Slide 19 - Quiz

Pannekoek of pannenkoek?
A
pannenkoek
B
pannekoek

Slide 20 - Quiz

Hoe maak je de samenstelling station en chef?
A
stationnenchef
B
stationchef
C
stationschef

Slide 21 - Quiz

Hoe noteer je ook alweer het onderwerp?
A
In een hele zin.
B
In 1 of een paar woorden.
C
Hier is geen regel voor.
D
Het onderwerp is gelijk aan de titel.

Slide 22 - Quiz

Hoeveel poten
heeft
deze olifant?
A
4, natuurlijk!?
B
ik tel er 6
C
5 poten
D
duidelijk, 8.

Slide 23 - Quiz

Van welke provincie is Lelystad
de hoofdstad?
A
Friesland
B
Drenthe
C
Flevoland
D
Duitsland

Slide 24 - Quiz

In welke provincie ligt de haven van Rotterdam?
A
Noord-Holland
B
Drenthe
C
Flevoland
D
Zuid-Holland

Slide 25 - Quiz

Van welk land is deze vlag?
A
Frankrijk
B
Luxemburg
C
Nederland

Slide 26 - Quiz

Vul in:
Zie jij ... mooie bloem?
A
dat
B
deze
C
die

Slide 27 - Quiz

Vul in:
Waar is .... leuke winkeltje?
A
die
B
deze
C
dat

Slide 28 - Quiz


What is this tower called:
A
Big Ben
B
Clock tower
C
Westminster tower
D
Elizabeth tower

Slide 29 - Quiz

Wat betekent kapitalisme?
A
Ondernemers zijn eigenaar van de bedrijven
B
De regering is eigenaar van de bedrijven
C
De VOC is eigenaar van de bedrijven

Slide 30 - Quiz

Voor wie heeft een luisteraar het meeste begrip?
A
Voor een presentator die zenuwachtig is.
B
Voor een presentator die geen tijd had om zijn presentatie voor te bereiden
C
Voor een presentator die enthousiast is.
D
Voor een presentator die heel monotoon praat.

Slide 31 - Quiz