Klas 1 - être en luisteren bron a h3

BONJOUR &
BIENVENUE
1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

BONJOUR &
BIENVENUE

Slide 1 - Slide

Questions en français!
Je peux aller aux toilettes, s'il vous plaît?
Madame, j'ai une question.
Je ne
comprends pas!
J'ai oublié mes livres.
Je (n')ai (pas) fait mes devoirs.
Je suis malade.
Pourriez-vous expliquer plus? 

Slide 2 - Slide

Programme
proefwerk bespreken
lezen en luisteren
être

Slide 3 - Slide

Bron A: Une nouvelle classe
OPdr 5a bz.102


Une nouvelle classe

Slide 4 - Slide

Bron A: Une nouvelle classe
Opdr 5b bz.103

Kies tussen:
Léna
Mathis
Axel
Mme Lejeune
Une nouvelle classe
est sympa
est nouveau au collège
aime le ski
aime l'anglais
a des problèmes avec son portable

Slide 5 - Slide

Bron A: Une nouvelle classe
Opdr c bz.104
Welk misverstand is er over Axel?
Une nouvelle classe

Slide 6 - Slide

Bron A: Une nouvelle classe
Opdr 6 bz.104


Une nouvelle classe

Slide 7 - Slide

Le programme
  • Corriger les devoirs

  • het werkwoord 'être'

  • Oefenen

Slide 8 - Slide

Corriger les devoirs
Maak oefening 6 en 7 vanaf blz. 104.

Slide 9 - Slide

Het lesdoel...

...  uitleggen wat ÊTRE is 


.... waarom heb je être nodig als je Frans spreekt?


..... verandert het van vorm?

..... waarom?

Slide 10 - Slide

Na deze les...
... kunnen jullie uitleggen wat ÊTRE is en waarom je dat woord nodig hebt als je Frans spreekt!

Slide 11 - Slide

Het werkwoord être
= zijn

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Être = zijn
je suis = ik ben
tu es = jij bent
il est = hij is
elle est = zij is
nous sommes = wij zijn
vous êtes = jullie zijn, u bent
ils/elles sont = zij zijn

Slide 14 - Slide

être
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
                        sont
                         suis
                sommes
                         êtes
                           est
                            es

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Il ... (être)

Slide 17 - Open question

Elles (être)
A
suis
B
être
C
sont
D
est

Slide 18 - Quiz

être
tu ...

Slide 19 - Open question

Vous ... (être)

Slide 20 - Open question

Wij zijn
A
nous avons
B
nous sommes
C
je suis
D
être

Slide 21 - Quiz

jij bent
A
je suis
B
tu as
C
tu es
D
tu est

Slide 22 - Quiz

jullie zijn =
A
nous sommes
B
vous êtes
C
on est

Slide 23 - Quiz

mannelijk
vrouwelijk
Je suis française.
Il est espagnol.
Tu es néerlandais.
Elle est allemande.
Je suis japonais.
Tu est anglaise

Slide 24 - Drag question

Welke nationaliteit heb jij?
Beantwoord de vraag in het Frans.
Schrijf een zin!

Slide 25 - Open question

Au travail!
Maak oefening 17 (blz. 113 en 114). Klaar? Slim stampen-> voca A van hoofdstuk 3. Let op: klik het juiste hoofdstuk aan.

Slide 26 - Slide