1. In drietallen gaan jullie drie casussen uitspelen.
De casuïstiek gaan over cognitieve stoornissen en jullie gaan de fictieve cliënten begeleiden op basis van autonomie.
2. De rollen worden als volgt onderverdeeld:
- Begeleider
- Cliënt
- Observator
3 . Speel het rollenspel uit. De observator geeft feedback aan de hand van de richtlijnen uit het boek, gericht op de cognitieve stoornis. Iedereen speelt minstens één keer iedere rol.
4. Na de oefening worden er een aantal, willekeurig gekozen, uitgespeeld voor de klas.