2.3 Duitsland van Democratie naar Dictatuur

2.3 Duitsland van Democratie naar Dictatuur
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.3 Duitsland van Democratie naar Dictatuur

Slide 1 - Slide

Huiswerk
Paragraaftoets maken van 2.2

of

mindmap: How to become a Tyrant

Slide 2 - Slide

How to become a Tyrant?

Slide 3 - Mind map

Begrippen uit 2.2
  • Totalitair:  als de overheid volledig heerst over de samenleving.
  • Indoctrineren: systematisch opdringen van ideeën.


Slide 4 - Slide

Startopdracht:
Zoek het antwoord op de volgende vragen op in je boek en noteer je antwoord in je schrift of in notities:

1. Wie was de leider van Duitsland in 1918?
2. Wat betekent het begrip: parlementaire democratie?
3. Hoe heet de eerste Duitse democratie?
4. Leg uit wat de dolkstootlegende is. 
timer
5:00

Slide 5 - Slide

2.3: Duitsland van democratie naar dictatuur

Slide 6 - Slide

Deze les:
  • Controle leerdoelendocumenten
  • Uitleg paragraaf 2.3 leerdoel 1: Politieke  problemen
  • Uitleg paragraaf 2.3 leerdoel 2: Economische problemen.
  • Aan de slag: Uitwerken leerdoelen 2.3 (1 en 2)

Slide 7 - Slide

Aan het einde van deze les:
... kun je uitleggen welke politieke problemen er waren in Duitsland in het interbellum.
... kun je uitleggen welke economische problemen er waren in Duitsland in het interbellum.
... kun je Duitsland in de periode van de Weimarrepubliek beschrijven.
... kun je uitleggen wat er bedoeld wordt met de dolkstootlegende

Slide 8 - Slide

Politieke problemen:
Laatste dagen van WO I (1918):
  • Soldaten en matrozen gaan muiten.
  • Arbeiders staken
  • Keizer vlucht naar neutraal Nederland
  • Socialisten roepen in Berlijn een republiek uit met een parlementaire democratie.

Slide 9 - Slide

Politieke problemen:
Democratie:
  • Nieuw parlement, de Rijksdag.
  • Vergadert in Weimar, in Berlijn wordt gevochten.
  • Eerste Duitse democratie wordt de Weimarrepubliek genoemd: 1918/1919- 1933.

Slide 10 - Slide

Politieke problemen:
Opstand:
  • 5 januari 1919: Communistische opstand.
  • Leger wordt ingezet.
  • Opstandelingen ook bestreden door extreem gewelddadige bendes.
  • Meer dan 1200 doden.
  • Blijft onrustig, het lukt de regering niet om te zorgen voor orde en veiligheid.

Slide 11 - Slide

Politieke problemen:
Vrede van Versailles:
  • Slecht voor het vertrouwen van de bevolking in de democratie.
  • Antidemocratische generaals en politici spreken over de dolkstootlegende.
  • Veel Duitsers geloven dit en voelen zich verraden door democratische politici.

Slide 12 - Slide

Economische problemen:
De Duitse Mark:
  • Weinig zekerheid over de waarde, economische crisis.
  • inflatie: Mark wordt steeds minder waard.
  • 1923: inflatie wordt rampzalig.

Slide 13 - Slide

Economische problemen:
Inflatie: 
  • Lange rijen voor winkels.
  • Voedsel tekorten
  • Hongerdoden

Slide 14 - Slide

Economische problemen:
Tijdelijke welvaartsgroei:
  • Nieuwe Duitse Mark, duizend miljard keer zoveel waard als de oude. (eind 1923)
  • Hulp van Amerika, Duitse banken krijgen Amerikaanse leningen in 1924
  • Verlaging herstelbetalingen door de geallieerden.

Slide 15 - Slide

Economische problemen:
Economische wereldcrisis:
  • 1929
  • Armoede en werkloosheid keren terug.
  • Duitsland extra hard getroffen omdat het afhankelijk was van Amerikaanse leningen die nu wegvielen.
  • Eind 1932: 30 % van de Duitse bevolking werkloos.
  • Mensen zijn wanhopig.

Slide 16 - Slide

Aan de slag:

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video