Luisteroefening: herkennen van tekstdoelen: overtuigen/overhalen/ informeren/amuseren
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Nederlands/NT2MBOStudiejaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Black friday
Wat is Black Friday?
Luisteroefening: herkennen van tekstdoelen: overtuigen/overhalen/ informeren/amuseren
Slide 1 - Slide
Op Black Friday vieren we de komst van Sinterklaas.
A
niet waar
B
waar
Slide 2 - Quiz
Black Friday valt op de vierde vrijdag november.
A
niet waar
B
waar
Slide 3 - Quiz
Black Friday
Rood en zwart De winkels verkopen hun oude voorraad.
Veel omzet, veel winst. Cijfers veranderen van rood naar zwart.
Slide 4 - Slide
Vanuit de USA
Waar komt Black Friday vandaan?
Black Friday komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten. Winkelketen Macy’s hield in 1924 een parade in New York om Thanksgiving te vieren en spoorde consumenten aan om kerstinkopen te doen. Met deze parade ontstond het idee om te gaan shoppen op de vrijdag na Thanksgiving.
Slide 5 - Slide
Wat betekent het als een bedrijf 'in de rode cijfers staat'?
A
Het bedrijf heeft veel geld in kas.
B
Het bedrijf maakt winst.
C
Het bedrijf investeert in groei.
D
Het bedrijf maakt verlies.
Slide 6 - Quiz
Wat is het tegenovergestelde van 'in de rode cijfers staan'?
A
In de zwarte cijfers staan
B
In de groene cijfers staan
C
In de blauwe cijfers staan
D
In de grijze cijfers staan
Slide 7 - Quiz
www.bing.com
Slide 8 - Link
Waarom stormen de mensen naar binnen in de winkels?
A
Er zijn veel aanbiedingen.
B
Gratis spullen
C
Het brandalarm ging af.
D
Het is een wedstrijd.
Slide 9 - Quiz
Het ziet zwart van de mensen in de winkel
A
Veel mensen kopen zwarte feestkleding.
B
Het is druk in de winkel.
C
Klanten lezen de reclame voor Black Friday.
D
Klanten kunnen alleen contant betalen.
Slide 10 - Quiz
Waarom is het filmpje gemaakt?
A
amuseren
B
informeren
C
overhalen
D
overtuigen
Slide 11 - Quiz
www.bing.com
Slide 12 - Link
Wat is het doel van het filmpje?
A
informeren
B
geen doel
C
amuseren
D
overhalen
Slide 13 - Quiz
Een ander woord voor profiteer
A
onthoud
B
gebruik
C
benut
D
omschrijf
Slide 14 - Quiz
Zoek goede aanbiedingen. Plaats de beste hier.
Slide 15 - Open question
Plaats hier een foto van een nepaanbieding.
Slide 16 - Open question
Hoeveel heb je geleerd in deze les?
Slide 17 - Poll
Tot slot
Veel winkelplezier! Vergeet maandag je (nieuwe) laptop niet