Nakijken Spelling H2

Nakijken opdr. 2 + 3 (blz. 87)

  • 1 gebeurd (gebeurde)
  • 2 ingezet (ingezette)
  • 3 versierd (versierde) - opgeruimd (opgeruimde)
  • 4 georganiseerd (georganiseerde)
  • 5 gespeeld (gespeelde) - geserveerd (geserveerde)
  • 6 gemaakt (gemaakte)
  • 7 verrast (verrasste)
  • 8 geholpen (sterk ww) (geholpen)
  • 9 uitgerust (uitgeruste)

1 / 6
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare school

This lesson contains 6 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nakijken opdr. 2 + 3 (blz. 87)

  • 1 gebeurd (gebeurde)
  • 2 ingezet (ingezette)
  • 3 versierd (versierde) - opgeruimd (opgeruimde)
  • 4 georganiseerd (georganiseerde)
  • 5 gespeeld (gespeelde) - geserveerd (geserveerde)
  • 6 gemaakt (gemaakte)
  • 7 verrast (verrasste)
  • 8 geholpen (sterk ww) (geholpen)
  • 9 uitgerust (uitgeruste)

Slide 1 - Slide

Nakijken opdr. 4 (blz. 88)

  • a een verklede pop               (komt van een vdw - de pop is verkleed)
  • b een houten deurknop     ('oud' materiaal)
  • c een papieren prop            ('oud' materiaal)
  • d een gesloten shop           (komt van een vdw - de shop is gesloten)
  • e de versnelde galop          (komt van een vdw - de galop is versneld)
  • f een zilveren wieldop        ('oud' materiaal)
  • g een geteste mop              (komt van een vdw - de mop is getest)
  • h een stenen kop                  ('oud' materiaal)

Slide 2 - Slide

Nakijken opdr. 4 (blz. 88)

  • i een verrotte slakrop        (komt van een vdw - de slakrop is verrot)
  • j het vervuilde sop              (komt van een vdw - de sop is vervuild)
  • k een aluminium laptop  (modern materiaal)
  • l de gemiste strafschop  (komt van een vdw - de strafschop is gemist)

Slide 3 - Slide

Nakijken opdr. 6 (1) (blz. 90)

  • ik lunch - hij luncht
  • ik date - hij datet
  • ik surf - hij surft
  • ik save - hij savet
  • ik stream - hij streamt


Slide 4 - Slide

Nakijken opdr. 6 (1) (blz. 90)

  • ik blogde
  • ik rugbyde
  • ik croste
  • ik crashte
  • ik scrubde


Slide 5 - Slide

Nakijken opdr. 7 (blz. 91)

ik skate                              ik upgrade                           ik date

jij skate                           jij upgradet                          jij datet

hij/zij/het skatet           hij/zij/het upgrade        hij/zij/het datet

wij skaten                        wij upgraden                      wij daten


ik/hij skatete                  ik/hij upgradede               ik/hij datete

wij skateten                    wij upgradeden                wij dateten

ik heb geskate            ik heb geüpgraded         ik heb gedatet

Slide 6 - Slide