Over gedichten: rijm

M3 
Over gedichten: rijm
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

M3 
Over gedichten: rijm

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van de vorige les poëzie?

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen
Aan het eind van de les...

  1. kun je uitleggen wat eindrijm is. 
  2. kun je uitleggen wat beginrijm (alliteratie) is.
  3. kun je uitleggen wat klankrijm (assonantie) is.
  4. kun je een rijmschema van een gedicht maken en weet je wat een strofe is.
  5. ken je verschillende gedichtsoorten met een vaste vorm (limerick, sonnet)
  6. weet je wat gedichtsoorten zonder vaste vorm zijn (vrije verzen).

Slide 3 - Slide

Rijm?
https://youtu.be/xMJKoNnlz6U

Slide 4 - Slide

Soorten rijm (beginrijm of eindrijm)
Eindrijm: het laatste deel van het woord rijmt.
Voorbeeld: denken/schenken, fiets/niets, beschuit/fluit

Beginrijm (alliteratie):

Beginrijm is gelijkheid van beginklanken (medeklinker of lettergreep).
Voorbeeld: Heerlijk, helder, Heineken of vriendelijke vriend, gekke Gerrit, harige Harry, jarige Job, dikke Diana

Klankrijm (assonantie): een deel van het woord rijmt, woorden hebben dezelfde klank (niet aan einde van een vers, maar ergens anders in de woorden)
Voorbeeld: schoon/rook, waard/schaar, woest/schoen


















Slide 5 - Slide

Eindrijm
Het laatste woord van een regel rijmt op het laatste woord van een eerdere of vorige regel. 

Voorbeeld:

Sint zat te denken
wat hij jou zou schenken.

Slide 6 - Slide

Klankrijm (assonantie)
Klankrijm: klankovereenkomst van de klinkers. Voorbeeld:


Gisteren was ik van streek
Vandaag ben ik weer heel
Morgen maak ik opnieuw een troep
Doch overmorgen is alles weer goed

Denk aan veel rapnummers! 
https://youtu.be/YVkUvmDQ3HY (vanaf 0:57 m, Eminem 'Without you')

Slide 7 - Slide

Beginrijm (alliteratie)
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Stevig staat de sterke man uit Stavoren op zijn standplaats.

Heerlijk, helder, Heineken 
(wordt vaak in reclames gebruikt)

Slide 8 - Slide

Beginrijm = Alliteratie
Wie weet waar Willem Wever woont?
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan.
Ik houd van zon, zee en zand.

Slide 9 - Slide

Peter Pieper pakte een plakje pepers.
A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm

Slide 10 - Quiz


Ik zit mij voor het vensterglas
Onnoemelijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
Dan kon ik samen spelen.

A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide



A
Alliteratie
B
Assonantie
C
Eindrijm

Slide 13 - Quiz

Rijmschema

Slide 14 - Slide

Ruzie - Willem Wilmink: rijmschema?

Slide 15 - Slide

Opdracht
Bekijk het gedicht hiernaast.
Zoek en markeer alle klankherhalingen.
Bepaal op er sprake is van eindrijm.
Bepaal het rijmschema.


Slide 16 - Slide

Welk rijmschema kun je hier ontdekken?
Rood is al lang het rood niet meer
Het rood van rode rozen
De kleur van liefde van weleer
Lijkt door de haat gekozen
A
aabb
B
abab
C
abba
D
abcb

Slide 17 - Quiz

Strofen
Strofe =
Een gedicht bestaat uit versregels.
De versregels die in groepjes bij elkaar staan noem je een strofe.

Je zou het kunnen zien als de alinea's van een gedicht.

Slide 18 - Slide

Ruzie - Willem Wilmink: hoeveel strofen?

Slide 19 - Slide

Vaste verzen - vrije verzen
Gedichten komen in veel vormen voor:
- vaste vorm: gedichten die steeds hetzelfde aantal regels hebben en meestal een vast rijmschema. 

- geen vaste vorm = vrije verzen. De dichter bepaalt dan zelf uit hoeveel regels het gedicht bestaat en op welke manier hij rijm gebruikt.

Slide 20 - Slide

Vaste verzen - voorbeeld 1: Limerick
Een limerick is een grappig bedoeld gedichtje van vijf regels met een vast rijmschema: aabba. In de eerste regel wordt meestal een naam en een plaatsnaam genoemd. 

Slide 21 - Slide

Limerick
Een limerick bestaat uit 5 versregels

Slide 22 - Slide

Voorbeeld Limerick




Er was eens een jongen uit Loenen
die stond met z'n meisje te zoenen
Toen hij vroeg, is het fijn?
zei ze nee, het doet pijn
want je staat al een uur op mijn schoenen.

Slide 23 - Slide

Vaste verzen - voorbeeld 2: Sonnet
Een sonnet is een gedicht dat bestaat uit veertien regels die verdeeld zijn over vier strofen met bijvoorbeeld het rijmschema abba abba cdc dcd.

Slide 24 - Slide

Sonnet
Definitie van sonnet. Een sonnet is een rijmend gedicht van 14 regels. In een sonnet zit meestal een wending. Deze wending zit vaak net over de helft of tegen het einde van het sonnet.

Slide 25 - Slide

Sonnet

Slide 26 - Slide

kun je uitleggen wat eindrijm is.
kun je uitleggen wat assonantie is.
kun je uitleggen wat alliteratie is.
kun je een rijmschema van een strofe en een gedicht benoemen.
kun je gepaard rijm herkennen in een gedicht en benoemen.
kun je gekruist rijm herkennen in een gedicht en benoemen.
kun je omarmend rijm herkennen in een gedicht en benoemen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Doen:
Nieuw Nederlands: Cursus 3 §5 Over gedichten (blz. 86 lesboek)

Maken opdracht 1, 2 en 4 (huiswerk)


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide