Vervangende kookopdracht 1

Inhaal les kookopdracht
Wegen en meten
1 / 23
next
Slide 1: Slide
KokenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Inhaal les kookopdracht
Wegen en meten

Slide 1 - Slide

Wegen / meten
Voor koken moet je kunnen wegen en meten. 

Slide 2 - Slide

Wegen= het gewicht van een voorwerp, hoe zwaar iets is.

Slide 3 - Slide

Bekijk goed bovenstaande foto's. Beantwoord de volgende vragen..

Slide 4 - Slide

Hoeveel wegen 7 appels?

Slide 5 - Open question

Hoeveel wegen 2 bananen?

Slide 6 - Open question

Hoeveel wegen 3 sinaasappels?

Slide 7 - Open question

Hoeveel wegen 15 appels?

Slide 8 - Open question

Hoeveel wegen 11 bananen?

Slide 9 - Open question

Hoeveel wegen 12 sinaasappels?

Slide 10 - Open question

De aardbeien wegen 200........
A
Kilogram
B
Gram
C
milligram
D
decigram

Slide 11 - Quiz

Waar kunnen wij suiker mee wegen
A
personeneweegschaal
B
litermaat
C
maatbeker
D
keukenweegschaal

Slide 12 - Quiz

Hoeveel zou deze auto wegen?
A
1200 kg
B
600 kg
C
2200 kg
D
4000 kg

Slide 13 - Quiz

Hoe noemen we dit apparaat?
A
weegschaal
B
personenweegschaal
C
maatbeker
D
keukenweegschaal

Slide 14 - Quiz

Hoe noemen we dit?
A
lepels
B
maatlepels
C
lepelset
D
bestek

Slide 15 - Quiz

Lees af
A
B
C
D
95 kg
81 kg
85 kg
99 kg

Slide 16 - Drag question

Welke weegschaal zou je gebruiken?
Keukenweegschaal
Personenenweegschaal
Maatlepels

Slide 17 - Drag question

GRAM
1000 g = 1 kg
afkorting = g
doosje aardbeien
kruiden en specerijen
vleeswaren
Chocolade
Op een reep chocolade staat het gewicht aangegeven in grammen. 
groente
gewichtjes 

Slide 18 - Slide

Wat is de afkorting van kilogram?
A
kilo
B
gram
C
g
D
kg

Slide 19 - Quiz

Wat is zwaarder?
A
zak appels
B
pak melk

Slide 20 - Quiz

Welke product weegt 120 gram?
A
Chips
B
Boterhamworst
C
Fles cola
D
Pak koffiebonen

Slide 21 - Quiz

Zet de voorwerpen op volgorde van licht naar zwaar.
A
reep, stiften, puntenslijper
B
puntenslijper, stiften, reep
C
puntenslijper, reep, stiften
D
stiften, puntenslijper, reep

Slide 22 - Quiz

Zet de voorwerpen op volgorde van zwaar naar licht.
A
fiets, laptop, spacescooter
B
laptop, spacescooter, fiets
C
laptop, fiets, spacescooter
D
fiets, spacescooter, laptop

Slide 23 - Quiz