Deze week gaan we verder met hoofdstuk 2 paragraaf 3 over het ontstaan van het Christendom en Romeinse godsdienst. We hebben daar vorige week al een begin mee gemaakt.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
W49 weekpogramma 1m1
Beste leerlingen van 1m1,
Deze week gaan we verder met hoofdstuk 2 paragraaf 3 over het ontstaan van het Christendom en Romeinse godsdienst. We hebben daar vorige week al een begin mee gemaakt.
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Leerdoelen
Aan het einde van deze week weet je:
- Hoe de Romeinen geloofden.
- Waarom de Joden gestraft werden door de Romeinen.
- Hoe het Christendom ontstaan is.
Slide 3 - Slide
Romeinse godsdienst:
polytheïstische godsdienst, meerdere goden.
staatsgodsdienst: godsdienst waar bestuurders en ambtenaren aanhanger van moesten zijn.
Romeinen waren verdraagzaam zolang onderdanen de staatsgoden en de keizer als god vereerden mochten ze ook hun eigen goden blijven vereren.
Slide 4 - Slide
Joodse diaspora
Na de Joodse oorlog met de Romeinen kwamen veel Joden om of werden gevangen genomen (en als slaaf verkocht)
Na een nieuwe Joodse opstand worden Joodse rituelen verboden
Steeds meer Joden trekken/vluchten weg uit de Romeinse province Judea
De verspreiding van het Joodse volk over de hele wereld heet diaspora (letterlijk: 'verstrooiing')
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Ontstaan christendom
Christendom is ontstaan uit het jodendom.
Jezus Christus is het belangrijkste in het christendom.
Zijn verhaal staat in de Bijbel.
Jezus wordt veroordeeld en gekruisigd.
Slide 7 - Slide
Jezus van Nazareth
Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
Jezus krijgt veel aanhangers.
De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.
Slide 8 - Slide
Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen zorgden ervoor dat arme mensen omgekocht werden. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding gehad. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo makkelijk.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel komt als je goed geleefd hebt. Arme mensen hadden een zwaar leven. Zij vonden het fijn dat er na de dood een prettiger leven zou komen.
Slide 9 - Quiz
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
Slide 10 - Open question
Huiswerk W49
Maak uit je werkboek de opdrachten die horen bij paragraaf 2.3