Theorie: Meer dan Lezen § 1

timer
2:00
  • Ga rustig op je plek zitten.
  • Leg je boeken en device op tafel.
WELKOM!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

timer
2:00
  • Ga rustig op je plek zitten.
  • Leg je boeken en device op tafel.
WELKOM!

Slide 1 - Slide

Agenda
  • Lezen (10 minuten)
  • Uitleg Meer dan Lezen § 1 (15 minuten)
  • Zelfstandig aan de slag (10 minuten)
  • Opdrachten bespreken (10 minuten)

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen!
timer
10:00

Slide 3 - Slide

§ 1 Onbekende woorden
Je leert de betekenis van onbekende woorden in een tekst ontdekken door woordraadstrategieën te gebruiken.

Slide 4 - Slide

timer
0:40
Wat doe jij als je een tekst leest en je snapt een woord niet?

Slide 5 - Mind map

Situatie
  • Soms lees je een woord waarvan je de betekenis niet kent.
  • Je kunt dan een woordraadstrategie gebruiken om de betekenis van het woord te ontdekken.
  • Je leert nu vier verschillende woordraadstrategieën.
  • Lukt het je na gebruik van deze strategieën nog steeds niet om de betekenis van het woord te vinden? Gebruik dan een (online) woordenboek.
  • Let op! Het gaat er dus om dat je met een van deze strategieën de betekenis van het onbekende woord uit de tekst kan halen. 

Slide 6 - Slide

1. Synoniemen
  • Een synoniem is een ander woord met dezelfde betekenis.
  • Zo gebruik je het:
  • Zoek een synoniem in dezelfde zin of lees anders ook de zin voor het moeilijke woord en de zin erna:
  • Jasper heeft individueel pianoles, omdat hij het best presteert als hij alleen les krijgt en zelfgekozen muziek kan spelen.

Slide 7 - Slide

Wat is het synoniem van: individueel?

Jasper heeft individueel pianoles, omdat hij het best presteert als hij alleen les krijgt en zelfgekozen muziek kan spelen.

Slide 8 - Open question

2. Omschrijvingen
  • Een omschrijving legt in meer dan één woord de betekenis van een onbekend woord uit.
  • Zo gebruik je het:
  • Let op woorden die tussen haakjes of tussen komma's in dezelfde zin of in de zin ervoor of erna staan:
  • Hardloopster Femke Bol is een vedette, een beroemd persoon, die altijd voor de winst gaat.

Slide 9 - Slide

Wat is een omschrijving voor: vedette?

Hardloopster Femke Bol is een vedette, een beroemd persoon, die altijd voor de winst gaat.

Slide 10 - Open question

3. Voorbeelden
  • Voorbeelden leggen soms de betekenis van een onbekend woord uit.
  • Zo gebruik je het:
  • Na de volgende kernwoorden volgen vaak voorbeelden: als, zoals, bijvoorbeeld, een voorbeeld van.
  • De meeste zuivelproducten, bijvoorbeeld melk, kaas en kwark bewaar je in de koelkast.

Slide 11 - Slide

Wat zijn voorbeelden voor: zuivelproducten?

De meeste zuivelproducten, bijvoorbeeld melk, kaas en kwark bewaar je in de koelkast.

Slide 12 - Open question

Wat zijn voorbeelden voor: kermisattracties?

Linde is gek op allerlei kermisattracties: spookhuis, reuzenrad, botsauto's.

Slide 13 - Open question

4. Tegenstelling
  • Een tegenstelling kan helpen om de betekenis van een onbekend woord te achterhalen. Het betekent namelijk het tegenovergestelde van het onbekende woord.
  • Zo gebruik je het:
  • Na de volgende kernwoorden volgt vaak een tegenstelling: maar, echter, toch, daarentegen.
  • De oud-voetballer Arjen Robben woont nu in een riante villa, maar hij groeide op in een veel kleiner huis.

Slide 14 - Slide

Wat is een kernwoord voor een tegenstelling?
A
in
B
de
C
maar
D
op

Slide 15 - Quiz

Wat is de tegenstelling van: riante?

De oud-voetballer Arjen Robben woont nu in een riante villa, maar hij groeide op in een veel kleiner huis.

Slide 16 - Open question

Zelfstandig aan de slag
Maak opdracht 1, 3 en 5 van § 1 Onbekende woorden.
Boek: blz. 10
Niet af? Huiswerk voor donderdag!
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Opdrachten bespreken
  • Opdracht 1.
  • Opdracht 2.
  • Opdracht 3.

Slide 18 - Slide