Evolutie

1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Terugblik
Thema 5 - deel 2
Ontstaan van het leven op aarde
De evolutietheorie
Homologe en analoge organen / convergent & divergent
Fossielen 
Biotechnologie
*Vergeet thema 5, deel 1, aub niet!

Slide 2 - Slide

Ontstaan van leven op aarde
-Generatio spontanea
-Abiogenese
-Intelligent design
-Creationisme
-Panspermie

Slide 3 - Slide

Geologische tijdschaal

Slide 4 - Slide

De evolutietheorie
*Darwin
1-Variatie in een populatie
2-Natuurlijke selectie oefent druk uit op de populatie
3-Survival of the fittest --> voortplanting  van fit feno/genotype
4-Isolatie --> Geen contact met andere populaties 
5-Wanneer isolatie weer voorbij is --> samen geen (vruchtbare)
nakomelingen --> nieuwe soort

Slide 5 - Slide

Welke term omschrijft de afbeelding hiernaast het beste?
A
Natuurlijke selectie
B
Isolatie
C
Variatie
D
Evolutie

Slide 6 - Quiz

Welke term omschrijft de kruisjes in de afbeelding hiernaast het beste?
A
Variatie
B
Natuurlijke selectie
C
Survival of the fittest
D
Ongunstig fenotype

Slide 7 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van isolatie?
A
Een rivier die plots een bosgebied in twee delen scheidt
B
Deel 1 van een groep bruine kikkers paart enkel in maart
C
Kleinere koolmezen eten enkel insecten tussen boombladeren
D
Enkele herten hebben geen pigment in hun vacht

Slide 8 - Quiz

Homologe organen: Dezelfde bouw (organen), maar een andere functie. Divergente evolutie

Slide 9 - Slide

Analoge organen: Organen met dezelfde functie, maar een andere bouw/evolutionaire geschiedenis.

Slide 10 - Slide

Fossielen
1. Overblijfselen raken bedolven en 
sedimentlagen isoleren karkas.
2. Zachte delen rotten (vaak) weg.
3. Na verloop van tijd verstenen de harde delen door water, mineralen en aarddruk.
4.  Door aarverschuiving of menselijke activiteit wordt het versteend overblijfsel zichtbaar.

Slide 11 - Slide

'versteende' afdruk
Gewoon fossiel

Slide 12 - Slide

Hars
Voetafdruk

Slide 13 - Slide

Biotechnologie
Klassiek vs. modern

Slide 14 - Slide

Klassieke biotechnologie:

Organismen gebruiken voor de productie van voedsel, medicijnen, etc.
Denk aan: bier, wijn, kaas, etc.

Slide 15 - Slide

Moderne biotechnologie
Genetische modificatie
(recombinant DNA-techniek)
Aangepaste organismen noemen we transgeen. Hun genotype is aangepast, daardoor is hun fenotype anders. 

Slide 16 - Slide

Klonen

Slide 17 - Slide

Voorbereiding op de toets
a: Volg de quiz over thema 5 - deel 1
b. Ga leren voor de toets, of kijk de opdrachten na uit het werkboek

Slide 18 - Slide