2T Fictie en Lezen 1.1 en 1.3

• ne
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Planning vandaag

Bespreken huiswerk

Start Lezen 1.3

Herhalen:

Tijdsperspectief

Hoofdpersonen en bijfiguren

In de les:

Leesstrategieën;

Tekstdoel, -soort, -vorm;

Tekstverband.

Aan de slag

In Magister:

Neem je werkboek en een schrift mee naar de les.

Huiswerk: opdracht 5, 6 en 7 van Fictie 1.1

(let op: was je de vorige les het werkboek vergeten? Maak dan ook opdracht 1 en 2)

Fictie 1.1 opdracht 5

Vragen over de leertekst ‘Tijdsperspectief’.

a Op welke twee manieren kan een schrijver tijdsperspectief gebruiken in een verhaal?

Je kunt de gebeurtenissen opschrijven alsof ze op dit moment gebeuren. Een andere manier is om het hele verhaal achteraf te vertellen.

b Wat kan een verteller in het verhaal doen als hij achteraf vertelt?

Hij kan al informatie geven over wat er verderop in het verhaal gaat gebeuren.

c Welk tijdsperspectief wordt gebruikt in tekst 1?

De gebeurtenissen worden achteraf verteld.

d Welk tijdsperspectief wordt gebruikt in tekst 2?

In dit fragment worden de gebeurtenissen beschreven alsof ze op dit moment gebeuren, inclusief de gedachten van Femke over wat er eerder is gebeurd.

e Geeft de verteller in tekst 1 of 2 al informatie over wat er in de rest van het verhaal gaat gebeuren? Leg je antwoord uit.

Ja, door eerst Bruno te laten vertellen, weten we in het fragment van Femke al dat Jesper dood is.

Door naar blz. 20

1.3 Lezen

Maak opdracht 1 en 2

Zelfstandig

Na 5 minuten bespreken we het klassikaal.

Theorie bespreken Leesstrategieën, Tekstverbanden en Tekstdoel, -soort, en  -vorm.

Aantekening in schrift

Leesstrategie: manier waarop je een tekst leest.

verkennend 

nauwkeurig

zoekend

studerend

Leer dan ook hoe je de tekst dan moet lezen: blz. 21

Aantekening in schrift

Tekstverband: je kunt zien aan het signaalwoord wel tekstverband er in de tekst zit.

opsommend

tijdsvolgorde

tegenstellend

concluderend

Leer welke signaalwoorden bij de verbanden horen: blz. 22

Aantekening in schrift

Tekstdoel, -soort, -vorm.

Vandaag

Nakijken opdracht 3, 5, 6 en 8 van 1.3

Laptop op tafel

Koppelen laptop

Huiswerk