Keuzedeel LVB-MVG Les 3 psychiatrische kenmerken en verslaving

Keuzedeel LVB-MVG 
Les 3: Psychiatrische kenmerken en verslaving
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Keuzedeel lvbMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Keuzedeel LVB-MVG 
Les 3: Psychiatrische kenmerken en verslaving

Slide 1 - Slide

Vragen n.a.v. bijeenkomst 1 (examen etc.)?
Terugblik
Terugblikken naar de vorige les

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Om probleemgedrag in kaart te brengen kun je op verschillende manieren naar gedrag kijken. Specifiek kijken betekent dat:
A
Je altijd focust op de cognitieve mogelijkheden van de cliënt
B
Je altijd kijkt naar de emoties, spanning of stress van de cliënt
C
Je altijd naar de unieke situatie kijkt waarin de persoon en diens omgeving zich bevindt
D
Je altijd inzet op interventies om gedrag te voorkomen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Opbouw keuzedeel
Zes online bijeenkomsten 
  1. Herkennen en erkennen
  2. Moeilijk verstaanbaar gedrag
  3. Psychiatrische kenmerken en verslaving
  4. Methodiek en verklaringsmodellen
  5. Sociaal netwerk
  6. Wet- en regelgeving


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Doelen van deze les
De student heeft kennis van verslaving in combinatie met LVB.
De student heeft kennis van psychiatrie in combinatie met LVB. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Herkenning
Binnen de gehandicaptenzorg worden de 
psychiatrische kenmerken niet altijd herkent en vervolgens gelabeld als lastig gedrag.
Binnen de psychiatrie houdt men zich weinig bezig met intelligentie. 
Dit maakt dat deze groep LVB-psychiatrie weinig wordt gezien.
Dit heeft invloed op kwaliteit van leven.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Frequentie
Mensen met een LVB lijden drie tot vijf maal vaker aan een psychische aandoening dan de doorsnee populatie. Bij jeugdigen met een LVB wordt in 30 tot 50% van de gevallen een psychiatrische stoornis geconstateerd (Došen, 2008).

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wanneer spreek je van een verslaving?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Stadia 0,1,2
Stadium 0: geen gebruik
Stadium 1: kennismakingsfase- en experimenteerfase
Meedoen met gebruik van anderen is vaak doorslaggevend

Stadium 2, geïntegreerd (sociaal gebruik)
Er is regie over hoeveelheid, moment en omstandigheden van gebruik


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Stadium 3, functioneel gebruik
Er is steeds minder sprake van een keuze voor eigen regie, gebruik wordt gekoppeld aan bepaalde situaties of gevoelens. Gebruik kan een functie krijgen om met psychische problemen om te gaan of zich in lastige situaties staande te houden. Omgeving begint zich vaak zorgen te maken.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Stadium 4, excessief gebruik
In dit stadium neemt het gebruik in frequentie en hoeveelheid toe. De gebruiker verliest steeds meer de grip of het gebruik. Er ontstaan sociaal-maatschappelijke en/of gezondheidsproblemen vanwege het gebruik

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Stadium 5 verslaving
De gebruiker kan nauwelijks functioneren zonder het middel. Niet alleen ontwenningsverschijnselen, maar ook veranderingen in hersenfuncties verminderen de controle op het gebruik.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke ervaring heb je in het begeleiden van mensen met een verslaving?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke risicofactoren ken je?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Link

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

LVB en trauma
In de psychiatrie en psychologie wordt de term trauma gebruikt wanneer iemand na een schokkende gebeurtenis blijft steken in gevoelens van angst, woede of eenzaamheid. De gebeurtenis is in dat geval zo ongewoon, pijnlijk, schokkend of extreem dat het niet lukt om ermee om te gaan.

Jeugdigen met een (L)VB maken vaker dan leeftijdsgenoten zonder een verstandelijke beperking
ingrijpende negatieve (levens)gebeurtenissen mee.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudig trauma
Bij een enkelvoudig trauma maakte je één keer iets heftigs mee, bijvoorbeeld een ongeluk of overval. Deze heel vervelende gebeurtenis heb je nog niet goed verwerkt en dit leidde vervolgens tot een trauma. Enkelvoudig betekent niet dat dit trauma minder erg is dan een meervoudig of complex trauma. Beide soorten kunnen veel grip hebben op jouw leven.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Meervoudig of complextrauma
Als je voor een langere periode of meerdere keren iets vervelends meemaakt, is er een kans dar je een meervoudig trauma ontwikkelt. Voorbeelden hiervan zijn terugkerende mishandeling, herhaald seksueel misbruik of gepest worden. Doordat je meerdere malen te maken had met dezelfde trigger, kunnen de klachten hoog oplopen bij een meervoudig of complex trauma. Hierbij komen vaak ook andere klachten voor, zoals een angststoornis, een negatief zelfbeeld of verslavingsproblemen. Het is mogelijk dat een meervoudig of complex trauma je karakter en ontwikkeling beïnvloedt, omdat het ‘dieper’ in je systeem is opgenomen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Afsluiting
Jullie kunnen aan de slag met de verwerkingsopdrachten van deze bijeenkomst. Succes! Vragen?
> Volgende bijeenkomst: Methodiek en verklaringsmodellen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions