B3: de lever

Basisstof 3: De lever
blz: 137
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Basisstof 3: De lever
blz: 137

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven en je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever (homeostase)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de functies
van de lever?

Slide 3 - Mind map

opslagplaats voor  energie
gal maken
Bloedeiwitten maken
giftige stoffen opruimen

De lever is de grootste en zwaarste in je lichaam. zonder lever kan je niet leven.
De lever bewerkt voedingstoffen en maakt ze bruikbaar voor de lichaamcellen.
Bouw lever
  • Op hoekpunt elk leverlobje aftakkingen van poortader, leverslagader en galgang
  • Midden leverlobje aftakking van leverader

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De bouw van de lever
Een leverlobje is zeshoekig en 1 mm in doorsnee.

Op de hoekpunten van het leverlobje zitten aftakkingen van de leverslagader en de poortader (en de aftakkingen van de galgang).

In het midden zit de aftakking van de leverader

Bouw: Binas 82D

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bouw van de lever

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

This item has no instructions

Poortader
Leverader
Leverslagader

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

1.
2.
4.
4.
3.
1.
5.
6.
7.
Leverslagader
Poortader
centrale ader
Galgang
Levercellen
Ader
Bindweefsel

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Functies van de lever
  • Gal - galblaas - twaalfcingerige darm
  • rode bloedcellen - bilirubine (galwegen)+ ijzer (ferritine - opslag)
  • opslag - vitaminen, mineralen en glycogeen - bloedsuikerspiegel
  • eiwitstofwisseling - transaminering - overbodige AZ - desaminering (ammoniak - ureum)
  • lipidenstofwisseling - cholesterolconcentratie - galzure zouten/steroidhormonen/vit D
  • stollingsfactoren - fibronigeen en protrombine
  • detoxificatie - onwerkzaam (alcohol) of opslag (kwik) - levercirrose - vetopslag

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Lever functies
Huid

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lever&Galblaas
De lever produceert gal (0,5L per dag). 
Gal wordt opgeslagen in de galblaas.
Bevat bilirubine, galzuur, cholesterol en water

Gal maakt grote vetdruppels kleiner > emulgeren
Dit is dus niet verteren!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraatstofwisseling
Eiwitstofwisseling

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Eiwitstofwisseling
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren 
-> transaminering




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Eiwitstofwisseling
Deaminering: stikstofgroep wordt verwijderd -> ureum wordt gevormd.


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Eiwitstofwisseling
9 van de 20 aminozuren zijn níet door de lever te maken: essentiële aminozuren.
Overtollige aminozuren worden door de lever afgebroken (er is geen ‘voorraad’). 

De lever produceert verschillende plasma-eiwitten.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Eiwitstofwisseling
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren -> transaminering




Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Poortader
  • Bloedvaten van de
    darmwand naar de lever.
  • Vervoert voedingsstoffen naar de lever.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Leverstofwisseling

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Alcoholafbraak

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De lever zorgt NIET voor:
A
Het filteren van het bloed
B
het maken van nieuwe eiwitten van aminozuren
C
Het afbreken van alcohol en medicijnen
D
Het afvoeren van bilirubine van versleten bloedcellen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat houdt transaminering in?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Welke stof kan NIET opgeslagen worden in de lever?
A
Vitamine D
B
glycogeen
C
bilirubine
D
ferritine

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Van welke bloedvaten ontvangt de lever bloed?
En welke 'uitgangen' heeft de lever?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Welke afvalstof wordt geproduceerd bij de desaminering van aminozuren?
A
cholesterol
B
ammoniak
C
ureum
D
koolstofdioxide

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

In deze delen van het verteringsstelsel komen verteringssappen bij de voedselbrij:
A
mond, slokdarm, maag
B
12-vingerige darm, dunne darm, dikke darm
C
mond, dunne darm, endeldarm
D
mond, maag, dunne darm

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welk enzym heeft dezelfde optimumtemperatuur als de enzymen in jouw darmen?
A
enzym A
B
enzym B

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Lipase is een enzym. Wat is het substraat bij dit enzym?
A
vetten
B
gal
C
geëmulgeerde vetten
D
monoglyceriden, glycerol en vetzuren

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

De alvleesklier is een:
A
Exocriene klier
B
Endocriene klier
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Als de lever teveel alcohol te verwerken krijgt, is er een grote kans op een leverbeschadiging. Welk proces in het darmkanaal kan minder goed verlopen als gevolg van een leverbeschadiging?
A
De darmperistaltiek.
B
De vertering van eiwitten.
C
De vertering van koolhydraten.
D
De vertering van de vetten.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Bij langdurig overmatig alcoholgebruik neemt de lever in omvang toe. De leverfunctie neemt echter steeds verder af. Een van de symptomen bij een falende lever is een gelige huidskleur.

Welke van de volgende falende leverfuncties is een verklaring voor het ontstaan van deze gele kleur?
A
De lever kan minder afvalstoffen via de gal verwijderen.
B
De lever kan minder alcohol afbreken.
C
De lever kan minder aminozuren afbreken.
D
De lever kan minder glycogeen opslaan.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Slide 37 - Link

This item has no instructions