Les 8 / H6 'Gevaarlijke stoffen' (V2)

• VCA
• MBO
• Studiejaar 1

Hoofdstuk 6:

Gevaarlijke stoffen

Noem een woord (begrip) dat je in de vorige les geleerd hebt.

Wat moet er op een etiket van een gevaarlijke stof staan?

1. H- & P-zinnen
2. De naam van de stof
3. Gegevens fabrikant
4. Pictogram met het soort gevaar

Wat is geen gevaar bij gevaarlijke stoffen?

1. Bijtend gevaar
2. Beknellingsgevaar
3. Verstikkingsgevaar
4. Brandgevaar

Wat is de beste manier om contact met een giftige stof te voorkomen?

1. De gevaarlijke stof vervangen door een niet-gevaarlijke stof.
2. Je handen regelmatig wassen.
3. Werkkleding uittrekken als je gaat pauzeren.
4. PBM's gebruiken.

Wat is een voorbeeld van een bijtende stof?

1. Stikstof
2. Cement
3. Haarkleurmiddel
4. Zoutzuur

0

De grenswaarde van een gevaarlijke stof wordt altijd vastgesteld voor een normale situatie.

1. Waar
2. Niet waar

Als de concentratie van een stof hoger is dan de grenswaarde dan is de situatie onveilig.

1. Waar
2. Niet waar

Als een gascilinder gevuld is met zuurstof dan is de kleur van de cilinder ...

1. wit
2. grijs
3. licht groen
4. zwart

Is het noodzakelijk om een gascilinder te beschermen tegen de zon of andere hittebronnen?

1. Ja
2. Nee

Huiswerk:

Op www.studiestek.nl maak je:

• Hoofdstuk 6
• Lesboek, sleepvragen & zelftoets maken

Noem 2 dingen die je vandaag geleerd hebt.

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃