Poëzie en fictie C - les 2 - 2M2

di. 18 mei - 2M2 - 5e uur
  • Terugblik vorige les
  • Herhalen theorie 'spanning in verhalen' 
  • Huiswerkopdracht bespreken
  • (Zelfstandig) werken aan opdracht 3
  • Eventueel lezen in je boek
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

di. 18 mei - 2M2 - 5e uur
  • Terugblik vorige les
  • Herhalen theorie 'spanning in verhalen' 
  • Huiswerkopdracht bespreken
  • (Zelfstandig) werken aan opdracht 3
  • Eventueel lezen in je boek

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:
Aan het einde van de les weet je nog beter op welke manier de schrijver een verhaal spannend kan maken en wat het effect daarvan op jou als lezer is.

Slide 2 - Slide

Hoe zou een schrijver zijn/haar verhaal spannend kunnen maken?

Slide 3 - Mind map

Hoe maakt de schrijver een verhaal spannend?

De schrijver kan een verhaal spannend maken door regelmatig te wisselen van:
  • tijd, 
  • plaats,
  • perspectief

Slide 4 - Slide

Wat is een cliffhanger?

Slide 5 - Open question

Wat wordt er bedoeld met het woord 'sfeer'?

Slide 6 - Open question

Wat wordt er bedoeld met 'de ruimte' van een verhaal?

Slide 7 - Open question

Bespreken huiswerk
opdracht 2 blz. 180-182 - vraag 1 t/m 5

Moord op school - Rom Molemaker



Slide 8 - Slide

Antwoorden opdr. 2 blz. 180-182
  1. Jorick is uit pure nieuwsgierigheid gaan kijken.
  2. Ik vind de manier waarop Bruno als leraar tegen Jorick praat niet normaal. Een leraar hoort niet tegen een leerling te zeggen ‘Ben je krankzinnig geworden?’ en hem al helemaal niet uit te schelden voor ‘stommeling’.
  3. Ja, want hij 'verstopt' zich achter de kast en hij vraagt aan Bruno Baars of men denkt dat hij het gedaan heeft.
  4. Jorick hoopt daarmee niet in de problemen te komen.
  5. Nee, want eerlijk zijn is altijd de beste oplossing.

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Voorlezen fragment op p. 182-183
Maken opdracht 3 blz. 182-183 --> 10 minuten
Bespreken vraag 1 t/m 5 

Klaar? Ga lekker lezen

Slide 10 - Slide

Antwoorden opdr. 3 blz. 182-183
  1. Wisseling van tijd, plaats en perspectief:                                                                     - Tekst 1 speelt zich eerder af dan tekst.                                                                      - Tekst 1 speelt zich af op school en tekst 2 in The Factory.                                 - In tekst 1 ligt het perspectief bij Jorick en in tekst 2 bij Savanne.
  2. Savanne vertrouwt Finn niet, omdat hij wil weten wat Jorick heeft gezien.
  3. Finn gedraagt zich verdacht. Dit kun je afleiden uit zijn gedrag (Savanne voelt dat hij gespannen is) en hij wil dat Savanne met Jorick gaat praten over wat hij heeft gezien in het werkhok.


Slide 11 - Slide

Antwoorden opdr. 3 blz. 182-183

4. Ja, want hij komt dus toch in de problemen door die portemonnee die hij heeft meegenomen.

5. 
- Bruno, omdat hij heel paniekerig reageert als hij Jorick aantreft in het werkhok.                                 
- Finn, omdat hij wil weten wat Jorick in het werkhok heeft gezien.

Slide 12 - Slide

Hoe kan de schrijver een verhaal spannend maken?

Slide 13 - Slide

Hoe kan de schrijver een verhaal spannend maken?

Door regelmatig van tijd, plaats en/of perspectief te wisselen. Hij kan je hiermee meer informatie geven, maar ook een beetje misleiden.

Slide 14 - Slide

Tot vrijdag!
--> Neem je leesboek en je Nieuw Nederlands mee naar de les.

Slide 15 - Slide