10.2 Krachten

10.2 Krachten
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

10.2 Krachten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 10.2
- Je kan verschillende krachten benoemen en uitleggen wat een kracht kan doen

- Je kan uitleggen hoe we een kracht kunnen meten

- Je kan krachten tekenen

Slide 2 - Slide

Soorten krachten

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Welke krachten zie je?

Slide 5 - Slide

Zwaartekracht

Veerkracht

Spierkracht

Slide 6 - Slide

Welke krachten zie je?

Slide 7 - Slide

Spierkracht
Veerkracht

Slide 8 - Slide

Welke krachten zie je?

Slide 9 - Slide

Spierkracht
Zwaartekracht
Wrijvingskracht 

Slide 10 - Slide

Welke krachten zie je?

Slide 11 - Slide

Magnetische kracht

Slide 12 - Slide

Soorten krachten
Spierkracht: kracht die door mens en dier wordt gebruikt om te bewegen
Zwaartekracht: aantrekkingskracht van de aarde
Wrijvingskracht: verzamelnaam voor allerlei tegenwerkende krachten
Veerkracht: kracht van een opgewonden of uitgerekte veer
Kleefkracht: kracht waardoor dingen aan elkaar plakken
Windkracht: kracht die wordt uitgeoefend door wind
Spankracht: kracht tussen en in de vezels van een touw die door trek ontstaat

Deze krachten moet je dus ook kunnen herkennen in voorbeelden

Slide 13 - Slide

Een paardrijder springt met het paard over een horde.

Welke kracht is hier niet aanwezig?
A
Zwaartekracht
B
Wrijvingskracht
C
Spierkracht
D
Kleefkracht

Slide 14 - Quiz

Wat kan een kracht (F) doen?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wat kan een kracht (F) doen?
  • de snelheid groter of kleiner maken


  • de richting van een  beweging veranderen


  • de vorm van een voorwerp veranderen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Huiswerk
10.2
KGT: Opdracht 1 t/m opdracht 8
H/V: Opdracht 1 t/m opdracht 6

Slide 19 - Slide

Krachten meten
Krachtmeter: instrument waarmee je de grootte van een kracht meet

Schaal: hierop kan je aflezen hoe groot iets is

Newton: eenheid van kracht --> 1kg = 10N

Meetbereik: gebied tussen de hoogste en laagste waarde waarin een
meetinstrument kan meten

Slide 20 - Slide

Hoe meet je kracht?

Eenheid = N (Newton)



Rekensom zwaartekracht: 

Zwaartekracht (in N) = massa (in kg) x 10


Voorbeeld: Lichaam (massa) 50 kg = 50 X 10 = 500 N


Slide 21 - Slide

Je kat weegt 4 kg. Hoeveel N is dat?

Slide 22 - Open question

Hoe teken je een kracht (F)?

Aangrijpingspunt (punt vanuit waar de kracht werkt)
Richting (richting van de kracht)
Lengte (grootte van de kracht)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Hoe teken je een kracht?


Slide 25 - Slide

Schaal: 1 cm = 100 N (4cm x 100 = 400N)


Schaal:

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Kracht tekenen
Richting: geeft aan waar de kracht naartoe werkt

Grootte: geeft aan hoe groot een kracht is

Aangrijpingspunt: het punt van waaruit een kracht 
werkt

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Huiswerk
10.2

KGT: Opdracht 9 t/m opdracht 19
H/V: Opdracht 7 t/m opdracht 19

Slide 30 - Slide