Groep5_Rekenen_wegenGewichten

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 5

motiverende opening

weegschaal op staan, doen alsof ik erg schrik, aangekomen. Nog even terugkomen op meten eerder... en op
1 kilo= 1000 gram dus 75x 1 kilo = 75 x 1000 gram

1 kilo= 1000 gram

Nog even terugkomen op meten eerder... en nu ging ik

.....
1 kilo= 1000 gram dus 75x 1 kilo = 75 x 1000 gram

Wegen

Wie herkent dit?
Wie heeft dit thuis?
Wanneer gebruik je dit en waarom? 

3 beurtenstokjes

Gewicht & beroepen

• apotheek- medicatie per kg
• anesthesist- narcose: hoeveel nodig, gewicht & operatieduur
• Kok of bakker maakt recept.
• Je krijgt eters, hoeveel heb je (ongeveer) nodig.  bijv. 50 gram rijst p.p. (schatten is genoeg)

Leerdoel

We gaan het gewicht van voorwerpen schatten in gram/kilo en kunnen het ook wegen en omrekenen van gram> kilo of kilo>gram 

Samenwerking: Iedereen denkt mee, niemand speelt de baas, de leider begeleid daarbij de taken goed. Na de les ga ik vragen hoe de samenwerking is gegaan. 

Programma

1. Filmpje en uitleg wegen (3 min + 1,5 min)
2. Samen schatten (3 min)
3. Groepsopdracht tafelgroepjes doornemen (2 min)

4. Groepsopdracht (tafelgroepjes) met werkblad (15 min)

5. Samen nakijken (4 min)

6. Nabespreken geleerde (4 min)

7. Opruimen (2 min)

1 kilo = 1000 gram

1000 getallen
Waar zitten ze op de getallenlijn?
Schatten, wat is dat ook alweer? 

denken-delen-uitwisselen, schatten

Wisbord omhoog, 1 leerling mag nameten en op getallenlijn zetten.. 

- theezakje
- pak rijst
- pak suiker

Groepsopdracht 1:

Er zijn voorwerpen gegeven, Schat het juiste gewicht: 

Haal & gebruik daarna  de 

weegschaal. Wat heb je gewogen?

Voorbeeld chocoladelollies Bijv. 100 gram. Meten 112 gram (zie werkblad)

Samen oefeningen bekijken

Groepsopdracht 2:

Bijv. gewicht juf Eva: ik schat 75 kg, ik weeg 73,5 kg
73,5 kg naar gram= 73500 gram (verschuiven komma 3 plekken)

Samen oefening 2 bekijken

Samenwerken tafelgroep

Plaat op raam.

Leider per groep: Tijl, Bobbi, Ghislaine, Jasmijn, Nicolas, Tess

- Evalueert eind op samenwerking, geleerde & opdacht. 
- Bepaald rollen en bewaakt samenwerking/ taken.
Notulist: schrijft op het vel de uitkomsten en namen

2 meten: die mogen wegen met de weegschaal. 

Nakijken

Klaar, controleer met het antwoordblad (ligt op bankje)
Let op hierop staan de meeste voorwerpen & gewichten maar niet elke appel is natuurlijk even zwaar! En voor je eigen gewicht controleer je elkaar.

Mis je iets, laat 1 iemand met de weegtaal het nawegen!

Nodig per groepje

- Notulant: Pen, Werkblad ,

- 1 weegschaal/ personenweegschaal per groepje (deel zo nodig)

Samenvatten opdracht LL

?

In tafelgroepjes werkblad

15 minuten timer.
Klaar? kijk na!

Nakijken- op bord

4 minuten timer

Opdracht 1

Opdracht 2 - nakijken

3 beurtenstokje bespreken uitkomst.

Verslag - 30 sec per groep

1. Sabine, 2. Laurien, 3 Klaas Slijper,  4 Tess, 5 Tijl, 6 Viv.
- leerdoel: De maat van voorwerpen schatten op lengte/breedte en kunnen het daarna ook meten. 
- Moeilijk/makkelijk was: schatten/ wegen/aflezen/omrekenen

- Samenwerking want:

Ik heb geleerd de maat van voorwerpen te schatten op lengte/breedte en kan nameten

Opruimen (2 min)

-Werkbladen namen invullen en op de bank

-Weegschaal op de middelste tafel juf.