3.2 Fictie: Personages 1bkt1

Lesprogramma

*Uitleg theorie fictie: personages; 
*LessonUp met filmfragmenten; 
*Zelfstandig werken;
*Evaluatie,
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesprogramma

*Uitleg theorie fictie: personages; 
*LessonUp met filmfragmenten; 
*Zelfstandig werken;
*Evaluatie,

Slide 1 - Slide

Personages
Nederlands

Wie is de hoofdpersoon?
Wie zijn de bijfiguren?

Slide 2 - Slide

Fictie - Personages  

Slide 3 - Slide

LEERDOEL
Je leert personages beschrijven.

Je leert verschillende soorten perspectief herkennen.

Slide 4 - Slide

Typen
- altijd dezelfde kenmerken
- overdreven slecht, overdreven dom
Karakters
- lijkt meer op een echt mens
- goede en slechte eigenschappen
- maken keuzes en maken een ontwikkeling door.

Slide 5 - Slide


Darth Vader

Star Wars
A
Karakter
B
Type

Slide 6 - Quiz


Juffrouw Bulstronk

Mathilda
A
Karakter
B
Type

Slide 7 - Quiz


Harry Potter
A
Karakter
B
Type

Slide 8 - Quiz

Uiterlijk
Alles wat je aan de buitenkant kunt zien.

  • leeftijd, lichaamsbouw, haarkleur, kleding
  • gedrag: betrouwbaar-onbetrouwbaar, chaotisch-precies, extravert-introvert
  • relatie tot andere personages: broer-zus, minnaar-minnares, schurk-held

Slide 9 - Slide

Innerlijk
Alle gedachten en gevoelens,
juist de dingen die je niet aan de buitenkant
kunt zien. 

Door de beschrijving van het innerlijk leer je het personage kennen.
Je begrijpt zo ook het gedrag van het personage beter.

Slide 10 - Slide

Personages
  1. De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in het verhaal.

  2. In het verhaal ook personages met kleine rollen, die noem je bijfiguren.

  3. Als jij je goed in het personage kan verplaatsen, dan identificeer jij je met dat personage.

Slide 11 - Slide

Fragment Alaska, Anna Woltz
De schrijfster, Anna Woltz 
vertelt over het boek 'Alaska'.

Slide 12 - Slide

Wat is het onderwerp van het boek 'Alaska'?
A
middelbare school
B
epilepsie

Slide 13 - Quiz

Flaptekst boek 'Alaska' 1/2
Op de eerste dag van het schooljaar weet Sven het zeker: hij moet een briljante stunt uithalen. Anders is hij meteen die zielige jongen uit 1b.
Parker wil juist onzichtbaar zijn. Ze heeft net de ergste zomer van haar leven achter de rug en vertrouwt niemand meer. Dan ontdekt ze dat Alaska, de hond die eerst van háár was, nu bij Sven woont – als zijn hulphond.

Op de eerste dag van het schooljaar weet Sven het zeker: hij moet een briljante stunt uithalen. Anders is hij meteen die zielige jongen uit 1b.
Parker wil juist onzichtbaar zijn. Ze heeft net de ergste zomer van haar leven achter de rug en vertrouwt niemand meer. Dan ontdekt ze dat Alaska, de hond die eerst van háár was, nu bij Sven woont – als zijn hulphond.
 Overdag wil Parker niks te maken hebben met Sven, dus er zit maar één ding op. Als ze Alaska ooit nog wil zien, moet dat ’s nachts.

Slide 14 - Slide

Flaptekst boek 'Alaska' 2/2
Overdag wil Parker niks te maken hebben met Sven, dus er zit maar één ding op. Als ze Alaska ooit nog wil zien, moet dat ’s nachts.

Slide 15 - Slide

De hoofdpersonen van 'Alaska' zijn?
Noem er 2.

Slide 16 - Open question

Wat weet je al over de hoofdpersonen?

Slide 17 - Open question

Zelfstandig Werken
Je maakt van 
Paragraaf 2 - Personages - opdracht 1  t/m 4



timer
20:00

Slide 18 - Slide

Wat is een hoofdpersoon in een boek of film?

Slide 19 - Open question

Welke personages zijn er nog meer?

Slide 20 - Open question