WK 4: Examentraining spreken

Week 4
  • Uitleg examen spreken
  • Uitleg 11.3
  • Grammar present simple
  • Examentraining 
  • Examen uitdelen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Week 4
  • Uitleg examen spreken
  • Uitleg 11.3
  • Grammar present simple
  • Examentraining 
  • Examen uitdelen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

beoordeling spreken (A1)
  • Opdrachtspecifieke inhoudskenmerken
  •  Woordenschat en woordgebruik
  • Grammaticale correctheid
  • Vloeiendheid
  • Coherentie
  • Uitspraak

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

11.3 Presenting
Je weet hoe je een presentatie moet geven.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Presenteren
Om een presentatie te maken, begin je met een inhoudsopgave (outline). In de inhoudsopgave komen de volgende onderdelen aan bod: 
  • inleiding (introduction)
  • kern (body) 
  • slot (conclusion).

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
  • stel je jezelf voor
  • vertel je kort wat het hoofdonderwerp en het doel van je presentatie is
  • licht je de structuur van je presentatie kort toe (wat ga je in de body vertellen en wat in de conclusion)
  • geef je aan wanneer er vragen gesteld mogen worden 



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kern
De kern bestaat vaak uit een aantal deelonderwerpen van je hoofdonderwerp.
Hierin onderbouw je jouw boodschap.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slot
geef je een samenvatting van wat je al verteld hebt

vertel je het belangrijkste punt dat je wilt overbrengen
kom je tot een conclusie
vraag je het publiek of er vragen zijn
Let op! Het slot mag geen nieuwe informatie bevatten.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Grammar: Present simple
Tegenwoordige tijd
Je gebruikt de present simple voor:
  • feiten
  • gewoonten
  • dingen die regelmatig gebeuren

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je de present simple?
  • Je gebruikt het hele werkwoord (zonder to).
  • Bij he, she, it komt er een -s of -es achter het werkwoord.

Voorbeelden:
I work in The City.
He talks a lot about basketball.
Mark lives in Spain.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je de present simple?
  • Als het werkwoord eindigt op een medeklinker + -y dan vervang je na he, she en it de -y door -ies. (to carry) He carries the groceries to the car.
  • Maar wanneer er een klinker (a, e, i, o en u) voor de -y staat, gebruik je alleen een -s bij he, she en it. (to buy) Jeff buys the same shoes every year.
  • Eindigt het werkwoord op een sisklank, dan zet je -es achter het werkwoord bij he, she en it. (to watch) Jane watches the seven o’clock news.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Woorden
Als een van de volgende woorden in de zin staat, gebruik je vrijwel altijd de present simple:
always (altijd), often (vaak), never (nooit), sometimes (soms), usually (gewoonlijk), frequently (vaak), every day, every week, enzovoort.
Deze woorden geven een gewoonte of regelmaat aan.
We usually go to a restaurant on Fridays.
Dave always forgets to take his keys.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Slide 14 - Open question

This item has no instructions


Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Try it out! Jezelf voorstellen
  • Hoe heet je?
  • Hoe oud ben je?
  • Waar woon je? Met wie?
  • Wat studeer je?
  • Waar werk je/ loop je stage (internship)?

Maak tweetallen, stel jezelf om de beurt kort voor.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Speeddates
Jullie gaan om en om met elkaar in gesprek
1 ''date'' duurt 2 min
Je krijgt een onderwerp te horen, hier moet je met elkaar over praten in het Engels.
Na 2 min geef je elkaar kort een top en/of tip en wissel je van gesprekspartner

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Date 1
Subject: You
Your hobbies
Your family
What do you do in your spare time?
timer
2:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Date 2
Subject: Internship
Company
Tasks
What do you like/dislike?
What kind of people do you work with?



timer
2:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Homework
• [TP]11 - 11.3 Presenting 1,2,4 + exam ex.
Let op: Grammar overslaan

Thuis: Exam prep
• Je hebt nu de opdracht gekregen, bereid je examen goed voor en oefen dit ook thuis.
Extra oefenen? > woordenlijst zorg/school

Slide 21 - Slide

https://www.spelletjesplein.nl/engels/