Nederland en de wereld

GEEN voorbeeld van mondiale (= wereldwijde) problemen is/zijn
A
het klimaat
B
armoede
C
de economie
D
vluchtelingen
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

GEEN voorbeeld van mondiale (= wereldwijde) problemen is/zijn
A
het klimaat
B
armoede
C
de economie
D
vluchtelingen

Slide 1 - Quiz

Globalisering betekent steeds meer ...
A
wereldwijde verbondenheid
B
digitale contacten
C
migranten naar Nederland
D
afstand tussen groepen mensen

Slide 2 - Quiz

GEEN reden om als vluchteling in Nederland te worden opgenomen is ....
A
angst voor vervolging vanwege je mening
B
oorlogsgevaar
C
gevolgen van natuurrampen
D
angst voor vervolging vanwege je geloof

Slide 3 - Quiz

Een boycot wordt aan een land opgelegd door ...
A
andere landen
B
landen of organisaties
C
organisaties
D
burgers

Slide 4 - Quiz

Politie en leger mogen geweld gebruiken in ...
A
een democratie
B
een dictatuur
C
in een democratie en in een dictatuur
D
noch in een democratie, noch in een dictatuur

Slide 5 - Quiz

Verkiezingen in een dictatuur ...
A
worden vaak helemaal niet gehouden
B
zijn wel vrij, maar niet geheim
C
zijn wel geheim, maar niet vrij
D
zijn vrij en geheim

Slide 6 - Quiz

In een dictatuur ...
A
is er geen censuur
B
is er met name in verkiezingstijd censuur
C
is er wel censuur
D
bepaalt het parlement of er censuur is

Slide 7 - Quiz

De werelddelen met de minste vrijheid en democratie zijn ...
A
Zuid-Amerika en Afrika
B
Zuid-Amerika en Azie
C
Afrika en Azie
D
Zuid-Amerika en Europa

Slide 8 - Quiz

GEEN taak van de VN is ....
A
hulp bieden aan mensen in nood
B
om naleving van mensenrechten vragen
C
bemiddelen bij conflicten
D
de handel tussen landen bevorderen

Slide 9 - Quiz

Het belangrijkste doel van militaire vredesmissies van de VN is ...
A
het stoppen van militaire conflicten
B
het verbeteren van de mensenrechten
C
het leveren van voedsel en medicijnen
D
het verdrijven van een dictator

Slide 10 - Quiz

De VN zijn opgericht in ...
A
1940
B
1945
C
1950
D
1980

Slide 11 - Quiz

Het doel/de doelen van Europese samenwerking na WO II was/waren ...
A
wederopbouw en voorkomen van oorlog
B
wederopbouw
C
wederopbouw en militaire versterking
D
voorkomen van oorlog

Slide 12 - Quiz

De verkiezingen in de EU zijn voor .....
A
de Europese Commissie
B
de Europese Raad
C
het Europese Parlement
D
de Raad van Ministers

Slide 13 - Quiz

De Europese Commissie moet zijn voorstellen voorleggen aan ...
A
het Eur. Parlement en de Raad van Ministers
B
het Europese Parlement
C
de Raad van Ministers
D
het Eur. Parlement en nationale parlementen

Slide 14 - Quiz

Wat is GEEN taak van de EU?
A
opvang van vluchtelingen regelen
B
samenwerken op economisch gebied
C
de kwaliteit van het onderwijs verbeteren
D
samen milieubeleid voeren

Slide 15 - Quiz

Wat betekent het "democratisch tekort" van de EU?
A
er zijn geen verkiezingen in de EU
B
een paar landen beslissen bijna alles
C
de burgers hebben te weinig invloed
D
het is te ingewikkeld voor de meesten

Slide 16 - Quiz

Wat is de NAVO voor organisatie?
A
een economisch samenwerkingsverband
B
een organisatie op het gebied van mensenrechten
C
een organisatie voor sociale veiligheid
D
een militair samenwerkingsverband

Slide 17 - Quiz

Welke landen zijn lid van de NAVO?
A
de meeste Europese
B
een paar Europese en de Noord-Amerikaanse
C
alle Europese en Noord-Amerikaanse
D
de meeste Europese en de Noord-Amerikaanse

Slide 18 - Quiz

Wat is de belangrijkste afspraak binnen de NAVO?
A
zoveel mogelijk landen laten aansluiten
B
samen oorlog voeren tegen dictaturen
C
een aanval op een NAVO land is een aanval op allen
D
elkaar informeren als een land wordt aangevallen

Slide 19 - Quiz

Soevereiniteit betekent de mate waarin een land ...
A
militaire macht heeft
B
zelf zijn wetten en regels maakt
C
vrijheid kent
D
samenwerkt met andere landen

Slide 20 - Quiz