a Overeenkomstig in beide teksten is dat ze over Madurodam gaan. In
beide teksten wordt genoemd dat het om een miniatuurversie van Nederlandse kenmerken gaat.
Verschillend is dat de eerste tekst activerend is en de tweede tekst amuserend.
De eerste tekst wil je ertoe bewegen om een NS dagkaart met toegangskaart voor Madurodam te kopen.
De tweede tekst is in rijm opgesteld en bevat een grapje.
b Bijvoorbeeld: De schrijver van de eerste tekst heeft wat mij betreft zijn tekstdoel bereikt, omdat het tekstdoel was om mij te overtuigen om naar Madurodam te gaan (met een NS dagkaart) en door deze tekst zou ik dat nu graag doen.
Of bijvoorbeeld: De schrijver van de tweede tekst heeft wat mij betreft zijn tekstdoel bereikt, omdat het tekstdoel was om de lezer te amuseren en ik moest lachen om het grapje over Madurodam.