3M 4.4 Planten en dieren

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Beantwoord de volgende vragen:
  1. Welke eencellige schimmels gebruiken wij bij het bereiden van brood?
  2. Waarom hoeft lang houdbare melk niet in de koelkast bewaard te worden?
  3. Noem een voedingsmiddel waarbij wij bacteriën gebruiken voor de bereiding.  




  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Oortjes doe je uit
  4. Je jas hang je over je stoel
  5. Pak je boek, schrift + pen

timer
4:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht
Beantwoord de volgende vragen:
  1. Welke eencellige schimmels gebruiken wij bij het bereiden van brood?
  2. Waarom hoeft lang houdbare melk niet in de koelkast bewaard te worden?
  3. Noem een voedingsmiddel waarbij wij bacteriën gebruiken voor de bereiding.  




Antwoorden
1. Gist
2. Bij de verhitting zijn de bacteriën dood gegaan en kunnen ze zich niet meer vermenigvuldigen.
4. Yoghurt, zuurkool

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 4.4 Planten en dieren.
  • Opdracht ordening
  • Afsluiting 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Thema Ordening
4.1 Ontwikkeling van het leven op aarde
4.2 Organisme ordenen
4.3 Bacteriën en schimmels
4.4 Planten en dieren
4.5 Geleedpotigen en gewervelden
4.6 Organismen determineren

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
  • Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voorplanten.
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Planten

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zaadplanten
  • De meeste planten zijn vaatplanten --> transporteren stoffen door hun vaten (bastvaten en houtvaten)
  • Zaadplanten--> maken zaden 
     en hebben hebben stengels, 
     bladeren, bloemen en wortels.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zaadplanten

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Sporenplanten
  • Vaatplanten
  • Sporenplanten hebben bladeren, stengels, 
      wortels, maar GEEN bloemen.
  • Maken sporen met voortplantingscellen
  • Sporenplanten kunnen sporendoosjes 
     bovenin de stengel (mos) hebben of 
     sporenhoopjes onder het blad (varen) 
     
Mos met sporendoosjes
varen met sporenhoopjes

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Sporenplanten
Mos
Varen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Sporenplanten
Paardenstaarten

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wieren / algen
  • Wieren worden ook wel algen genoemd. 
  • Eéncellige of meercellige organismen met bladgroenkorrels
  • Geen wortels, stengels, bladeren 
     of bloemen
  • Voortplanting door 
     sporen (meercelligen) of 
     celdeling (eencelligen).

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Algen / wieren
Eencellig                                                      Meercellig





                                                      

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Symmetrie bij dieren
Symmetrisch = aan beide kanten hetzelfde

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Skelet
Geen skelet
Inwendig 
skelet
Uitwendig 
skelet

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Indeling dierenrijk
Dierenrijk bestaat uit 8 groepen. 
  • Sponzen 
  • Holtedieren (neteldieren)
  • Stekelhuidigen
  • Wormen
  • Weekdieren
  • Geleedpotigen
  • Gewervelde dieren: vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren.




Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Maken:

Lezen 4.4
Maken opdracht 1 t/m 9




Slide 18 - Slide

Klaar: puzzel laten maken
Leerdoelen 
  • Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voorplanten.
  • Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions