§ 6. Zwangerschap en bas 8. geboorte (BK)

§ 8. Zwangerschap en geboorte
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

§ 8. Zwangerschap en geboorte

Slide 1 - Slide

DEEL 1 
Deel 1 hoort bij basisstof 6:
blz 54 t/m 61

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
na deze les:
 - Ken je de begrippen 'zwanger', 'innesteling' , 'placenta', 'navelstreng', 'vruchtvliezen' en 'vruchtwater'
- Je kent ook de functies van bovenstaande begrippen. 
- je kent de 3 fases van de geboorte

Slide 3 - Slide

Zwanger raken
Een man en vrouw hebben geslachtsgemeenschap
De vrouw heeft de eisprong (ovulatie) net gehad/ komt eraan

Wat zijn ook alweer de vruchtbare dagen van een vrouw?

Een zaadcel bevrucht een eicel 
Dit gebeurt in de EILEIDER !!!!!!

Slide 4 - Slide

Periodieke onthouding
  • Geen onbeschermde seks tijdens vruchtbare periode: 3 dagen voor de eisprong en 1 dag erna
  • Moment van eisprong niet altijd hetzelfde
  • Niet betrouwbaar
Vruchtbare periode:
3 dagen voor ovulatie,
 1 dag erna

Slide 5 - Slide

bevruchting
Bevruchting

Slide 6 - Slide

Zwanger - innesteling

Slide 7 - Slide

bevruchting

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Zwangerschap 
Week 0-12 : Alle organen ontwikkelen 
We noemen het een embryo


Na 8 weken heet het kindje een foetus.
Het kindje groeit nu alleen nog maar.

Organen van de moeder komen langzaamaan vanaf 20 weken in verdrukking. De melkklieren in haar borsten groeien.

Slide 10 - Slide

Placenta
  • Hiernaast zie je een plaatje van een embryo in de placenta .
  • Een ander woord voor placenta is 'moederkoek'. 
  • De placenta ontstaat een poosje na de innesteling. 
  • Via de placenta krijgt het embryo voedingsstoffen van de moeder.

Slide 11 - Slide

Navelstreng
  • De navelstreng is de verbinding tussen placenta en embryo.
  • De navelstreng zorgt dat het embryo voedingsstoffen krijgt. 
  • Afvalstoffen van het embryo gaan via de navelstreng naar de placenta. 

Slide 12 - Slide

vruchtvliezen en vruchtwater
  • Vruchtvliezen liggen om het embryo heen. 
  • In de vruchtvliezen bevindt zich het vruchtwater.
  • Het embryo ligt in het vruchtwater. 
  • het vruchtwater beschermt het embryo tegen stoten, uitdroging en wisseling van temperatuur. 
  • Het embryo kan in het vruchtwater gemakkelijk bewegen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Huiswerk
Lees in je boek bladzijde 54 t/m 61
Maak opdracht 1 t/m 8

Slide 15 - Slide

Deel 2
Deel 2 hoort bij basisstof 8:
blz 70 t/m 74

Slide 16 - Slide

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- de ontsluiting
- de uitdrijving
- de nageboorte

Slide 17 - Slide

de ontsluiting
  • De bevalling begint met weeën. 
  • Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoederwand. 
  • Door de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder.
  • Dat heet ontsluiting.
  • Tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen. 
  • Vruchtwater vloeit via de vagina weg.
  • De ontsluiting moet groot genoeg zijn om het hoofdje erdoor te laten. 

Slide 18 - Slide

de ontsluiting

Slide 19 - Slide

De uitdrijving
De weeën worden steeds krachtiger. 
De spieren in de buikwand gaan zich nu ook samentrekken. 
Door de persweeën wordt het kindje naar buiten geperst. 
Dit heet uitdrijving.
De uitdrijving kan een paar seconden duren, maar ook een paar uur. 

Slide 20 - Slide

De uitdrijving

Slide 21 - Slide

normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

stuitligging
(kontje of voetjes van baby komen eerst) 

Slide 22 - Slide

HOERA! 
De baby is geboren!



Slide 23 - Slide

Na de geboorte moet er nog een en ander gebeuren...

Slide 24 - Slide

na de geboorte
  • Eerst worden restjes slijm uit de mond van de baby gehaald zodat hij/zij goed kan ademhalen. 
  • Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. 
  • De baby begint meteen te huilen. Dat is prima! dan is de ademhaling goed op gang gekomen. 

Slide 25 - Slide

Maar de bevalling is nog niet afgelopen!
Er komt nog een 3e fase: 
De nageboorte

Slide 26 - Slide

de navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af. 
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 
Dit is de navel.

Slide 27 - Slide

fase 3: de nageboorte
Na de uitdrijving is het kindje wel geboren, maar de bevalling is nog niet helemaal klaar.
Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden. 
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.
Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje. 

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Huiswerk
Lees in je boek bladzijde 70 t/m 73
Maak opdracht 1 t/m 3 (blz 72)

Slide 30 - Slide

Hoe lang is een vrouw zwanger
A
9 maanden
B
11 maanden
C
1 jaar
D
8 maanden

Slide 31 - Quiz

wat is een embryo?
A
een ander woord voor 'moederkoek'
B
een ander woord voor 'placenta'
C
het ongeboren kindje
D
zorgt voor voedsel in de baarmoeder.

Slide 32 - Quiz

Waarom zit een embryo met de navelstreng vast aan de placenta?
A
Deze beschermt het embryo tegen stoten, uitdrogen en wisseling van temperatuur .
B
om het bloed uit te wisselen met de moeder.
C
Hierdoor stromen voedingstoffen naar het toe. Afvalstoffen gaan van embryo naar placenta.
D
Om gehecht te raken aan de moeder.

Slide 33 - Quiz

Wat is een stuitligging?
A
het kindje komt eerst met het kontje naar buiten.
B
het kindje komt eerst met het hoofdje naar buiten

Slide 34 - Quiz

Noem de 3 fasen van de bevalling

Slide 35 - Open question

In welke fase komt het kindje door de vagina naar buiten?
A
ontsluiting
B
uitdrijving
C
nageboorte

Slide 36 - Quiz

Leg uit wat er gebeurt tijdens de nageboorte.

Slide 37 - Open question

Noem twee dingen die je nog niet wist, maar vandaag geleerd hebt.

Slide 38 - Mind map

Stel 1 vraag over dit onderwerp aan de juf, die nog niet beantwoord is.

Slide 39 - Mind map