2.1 Wat is een rechtsstaat?

1 / 16
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Een rechtsstaat is:
A
Een land waar de rechten en plichten van burgers en van de overheid zijn vastgelegd
B
Een land waarin de hoogste rechters de baas zijn
C
Een land waar het volk mag stemmen
D
Een land waar de overheid rechten heeft en waar de burgers plichten hebben

Slide 6 - Quiz

Wie bepalen welke rechten en plichten er in Nederland gelden?
A
De koning
B
Het parlement
C
De Minister-President
D
De grondwet

Slide 7 - Quiz

Welke kenmerken horen bij de rechtsstaat?
Er is een grondwet
Er zijn grondrechten
De overheid moet zich aan de wet houden
De macht in een land mag niet bij één persoon of een kleine groep horen
Rechters zijn onafhankelijk
Een rechtststaat is altijd een democratie
Politieke partijen zijn vaak verboden
Het hebben van een andere mening is gevaarlijk
De bevolking heeft geen invloed
Er is sprake van censuur

Slide 8 - Drag question

Geef een voorbeeld van een land dat een rechtsstaat is.

Slide 9 - Mind map

Noem een voorbeeld van een land dat geen rechtsstaat is

Slide 10 - Mind map

De belangrijkste rechten en plichten van burgers en overheid staat in:
A
Het wetboek van strafrecht
B
De Koninklijke wet
C
Het rode boekje
D
De grondwet

Slide 11 - Quiz

Wat mag je niet doen, volgens artikel 1 van de grondwet?

Slide 12 - Open question

Welke grondrechten zijn er allemaal?
Noem een aantal voorbeelden.

Slide 13 - Mind map

Als burgers beschermd worden tegen teveel macht en willekeur van de overheid, dan noem je dit:
A
Rechtshandhaving
B
Grondrechten
C
Rechtsbescherming
D
Rechtssocialisatie

Slide 14 - Quiz

Een rechter kan een besluit nemen tegen een minister
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

In een rechtsstaat hebben burgers invloed op de besluiten van de politici. Dit noem je:
A
Democratie
B
Dictatuur
C
Parlementair
D
Ministers

Slide 16 - Quiz