klasvoorwerpen


Wat doe je met een ….?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT /alfaHoger onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Wat doe je met een ….?

Slide 1 - Slide

Wat doe je met een schaar?
A
Ik knip met een schaar.
B
Ik schrijf met een schaar.
C
Ik lijm met een schaar.
D
Ik telefoneer met een schaar.

Slide 2 - Quiz

Wat doe je met een pen?
A
Ik lees met een pen.
B
Ik knip met een pen.
C
Ik schrijf met een pen.
D
Ik telefoneer met een pen.

Slide 3 - Quiz

Wat doe je met een kleurpotlood?
A
Ik lees met een kleurpotlood.
B
Ik schilder met een kleurpotlood.
C
Ik kleur met een kleurpotlood.
D
Ik kook met een kleurpotlood.

Slide 4 - Quiz

Wat doe je met lijm?
A
Ik plak met lijm.
B
Ik teken met lijm.
C
Ik schrijf met lijm.
D
Ik kijk naar lijm.

Slide 5 - Quiz

Wat doe je met een boek?
A
Ik gooi met een boek.
B
Ik lees een boek.
C
Ik knip een boek.
D
Ik drink een boek.

Slide 6 - Quiz

Wat doe je met een stift?
A
Ik eet een stift.
B
Ik slaap met een stift.
C
Ik teken met een stift.
D
Ik telefoneer met een stift.

Slide 7 - Quiz

Hij


een jongen
een man 
Zij




een meisje
een vrouw 

Slide 8 - Slide

Is het een man of een vrouw?
DE JUF
A
man
B
vrouw

Slide 9 - Quiz

Is het een man of een vrouw?
HIJ
A
man
B
vrouw

Slide 10 - Quiz

Is het een man of een vrouw?
KIRSTEN
A
man
B
vrouw

Slide 11 - Quiz

Is het een man of een vrouw?
DE MEESTER
A
man
B
vrouw

Slide 12 - Quiz

Is het een man of een vrouw?
DE LERAAR
A
man
B
vrouw

Slide 13 - Quiz

Is het een man of een vrouw?
DE LERARES
A
man
B
vrouw

Slide 14 - Quiz

Is het een man of een vrouw?
EEN MEISJE
A
man
B
vrouw

Slide 15 - Quiz

Is het een man of een vrouw?
EEN JONGEN
A
man
B
vrouw

Slide 16 - Quiz

Is het een man of een vrouw?
EEN ZOON
A
man
B
vrouw

Slide 17 - Quiz

Is het een man of een vrouw?
EEN DOCHTER
A
man
B
vrouw

Slide 18 - Quiz