Les 1 - spanningsbronnen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H6 Elektriciteit

les 1 - spanningsbronnen

Lesplanning:

1. uitleg spanningsbronnen
2. opgaven §6.1 maken
3. bespreken toets H5
4. practicum geleiders en isolatoren
5. Terugkoppeling practicum

Verslag nog inleveren

• Nicol + (Isis)
• Collin + Teun + Patrick
• Padra + Morris
• (Isa en Laurieke)

H6 Elektriciteit

Aan het einde van deze paragraaf kan je ...

• uitleggen wat een spanningsbron is;
• aangeven of een apparaat werkt wanneer je het op een bepaalde spanning aansluit; 
• de spanning op een voltmeter aflezen.

§6.1 spanningsbronnen

Spanningsbronnen

Een spanningsbron zorgt voor de energie die elektrische apparaten nodig hebben. 

Spannings-bronnen hebben niet allemaal dezelfde spanning.

Spanning U in volt (V)

Stroomsterkte

De hoeveelheid lading dat per seconde een 

bepaald punt in de 

stroomkring passeert.

Spanning in volt

U (V)

stopcontact in NL
U = 230 V

Aansluiten op een te hoge spanning

https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/1290/Superspoel

Wat gebeurt er als je een apparaat op een te lage spanning aansluit?

Spanning meet je met een voltmeter.

U = 4,5 V

De spanning is ...

1. 27 V
2. 13,5 V
3. 2,7 V

De spanning is ...

1. 25 V
2. 12,5 V
3. 2,5 V

§6.1 maken en nakijken

Opgave 1 t/m 5 + 6 c en d +

 7, 8 en 11

Toets bespreken

Let op! Versie A en A2

Remmen!

versie A vraag 7

versie A2 vraag 8

Vraag:
Bereken de afstand die de auto tussen 1 en 6 seconden aflegt.

Remmen!

versie A vraag 8

versie A2 vraag 9

• s = 25 + 62,5 = 87,5 m
• v = s/ t 
• v = 87,5 / 6 = 14,6 m/s
• v = 53 km/h

Vraag:
Bereken de gemiddelde snelheid van de auto gedurende gehele beweging in km/h.

Trajectmeting - vraag 11
versie A

versie A2:
90 km/h i.p.v. 100 km/h

• deel zwart:
  t = s / v = 3,0 / 100 = 0,03 h 
  
  
• deel rood:
  t = s /v = 0,750 / 120 = 0,00625 h 
  
  
• deel groen:
   t = 0,03 - 0,00625 = 0,02375 h
• v = s /t = 2,25 / 0,02375
                  = 94,7 km/h 

Trajectmeting - vraag 11
versie A2

• deel zwart:
  t = s / v = 3,0 / 90 = 0,0333 h 
  
  
• deel rood:
  t = s /v = 0,750 / 120 = 0,00625 h 
  
  
• deel groen:
   t = 0,0333 - 0,00625 = 0,02708 h
• v = s /t = 2,25 / 0,02708
                  = 83 km/h 

Toetsinzage

Kijk je toets nog eens kritisch na. Stel je vragen. 

Klaar: §6.1 opgave 1 t/m 5 + 6c, 6d + 7, 8 en 11
§6.2 opgave 13 en 14

Een lampje brandt als ...

Aan het einde van de les beantwoorden de leerlingen deze vraag nogmaals

Stroomkring

Lampje

Batterij

Proef 1 geleiders en isolatoren

Aan de slag

§6.2 opgave 13 en 14

  

Klaar: ga verder met 15 t/m 19.

00:34

Vanaf nu staat er spanning op.

dus geen stroom!

00:44

Leg uit hoe een gesloten stroomkring ontstaat wanneer je het schrikdraad vastpakt.

01:03

Waarom krijgt hij geen schok?

Gesloten stroomkringen