Les 3.2

3.2 Wie is de baas?
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.2 Wie is de baas?

Slide 1 - Slide

Voor in je plenda:
  • Vrijdag 19-01: 3.2 is af (16 t/m 26)
  • Vrijdag 26-01: Toets over H2+H3 (2.4 en 3.3 hoeven niet)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

-Vertellen wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.​
-Uitleggen wat een arbeidsovereenkomst is.​
-Duidelijk maken dat er vaste, tijdelijke en flexibele banen zijn.​

Slide 3 - Slide

Werkgever:
  • de "baas"
  • heeft één of meerdere personen in dienst 
  • verdient geld door winst te maken


Werknemer:

  • je doet betaald  werk in dienst van een "baas"
Wat is een werkgever?

Slide 4 - Slide

Welke stappen zijn er als je wil gaan werken?

Slide 5 - Slide

  • Vacature
  • Solliciteren
  • Aangenomen
  • Afspraken vastleggen en ondertekenen
  • Arbeidsovereenkomst: 
  • Arbeidsvoorwaarden -> hoeveel uur werk je, wat is je loon, aantal vakantiedagen, proeftijd

Slide 6 - Slide

Proeftijd:
  • Bevalt het de werkgever en -nemer?
  • Beiden mogen direct de arbeidsovereenkomst beëindigen
  • Maximaal 2 maanden

Slide 7 - Slide

Maken opgave 21 blz. 73
Klaar: Klaar doorgaan met opdracht 17 t/m 21





Resultaat: Je weet hoe je moet rekenen met je salaris
timer
8:00

Slide 8 - Slide

Opgave 21

Slide 9 - Slide

Tijdelijke baan:
  • voor een bepaalde tijd
  • tot afgesproken einddatum
Vaste baan:
  • voor on-bepaalde tijd
  • er is geen einddatum
Flexibele baan:
  • je werkt wanneer je nodig bent
  • oproepkracht uitzendbureau

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Afmaken 3.2
Wat? Afmaken opdrachten 17 t/m 26
Hoe? Individueel
Hulp? 3.2 nogmaals lezen -> toch lastig? Hulp vragen aan de docent
Klaar: Doorgaan met 3.4
Tijd: Tot dat ik de les ga afronden.
Resultaat: Je hebt de lesdoelen behaald.

Slide 12 - Slide

Zijn lesdoelen behaald?
-Vertellen wat het verschil is tussen een werkgever en een werknemer.​
-Uitleggen wat een arbeidsovereenkomst is.​
-Duidelijk maken dat er vaste, tijdelijke en flexibele banen zijn.

Slide 13 - Slide