This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Wat gaan we doen?
-Lesdoelen
-Uitleg 3.3
-Aan de slag
-Afsluiten
Slide 1 - Slide
Wat is de definitie van stroomsterkte?
A
Het aantal elektronen per seconde
B
Het ladingsverschil van elektronen
C
Hoe makkelijk de elektronen kunnen bewegen
D
De energie die elektronen met zich meedragen
Slide 2 - Quiz
In welke richting loopt stroom?
A
van + naar -
B
van - naar +
Slide 3 - Quiz
Huiswerk bespreken
Slide 4 - Slide
Leerdoelen
- Je kan uitleggen wat een serie- en een parallelschakeling is.
-Je kunt een serie- en parallelschakeling schematisch tekenen.
-Je kunt een gecombineerde schakeling schematisch tekenen.
Slide 5 - Slide
Parallelschakeling
1
3
2
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
00:36
Let op het vrachtwagentje
Slide 8 - Slide
00:43
Wat gebeurd er met de lading van het vrachtwagentje?
Slide 9 - Slide
02:09
Wat gebeurd hier met de vrachtwagentjes?
Slide 10 - Slide
Batterijen serie schakelen
Slide 11 - Slide
Serie-schakeling ----- Parallel-schakeling
Slide 12 - Slide
Aan de slag
-Maak opdrachten 38, 39 en 40
-Controleer de opdrachten met behulp van:
phet -> stroomkring
-Laat het door mij afvinken
Slide 13 - Slide
Verschil tussen parallel en serie schakeling
Slide 14 - Slide
Practicum
-Werk in tweetallen
-Bij elke schakeling heb je een paraaf nodig
-Paraaf nodig of een vraag steek dan je hand op
-Niet door het lokaal lopen
-Klaar? werk verder in je boek aan 3.3/ 3.4
Slide 15 - Slide
Je hebt twee lampjes met gelijke spanning. Lampje 1 heeft een stroom van 4 A en Lampje 2 een stroom van 8 A. Welk lampje heeft de grootste geleidbaarheid?
A
1
B
2
Slide 16 - Quiz
Weerstand
Weerstand (R)= hoe slecht een voorwerp/draad stroom geleidt (omgekeerde van geleidbaarheid)
De eenheid is ohm (Ω)
U=I⋅R
Slide 17 - Slide
Weerstand
Geleiders grote geleidbaarheid, kleine weerstand
- metaal
- koolstof
- kraanwater
Isolatoren kleine geleidbaarheid, grote weerstand
- hout
- plastic
- steen
Slide 18 - Slide
Hoe dikker de draad, hoe groter de weerstand
A
waar
B
niet waar
C
soms
D
geen idee
Slide 19 - Quiz
Hoe groter de stroomsterkte, hoe groter de geleidbaarheid
A
waar
B
niet waar
C
soms
D
niet te zeggen
Slide 20 - Quiz
Aan de slag
Maken 3.2
Slide 21 - Slide
Leerdoelen
- Je kan de definitie van geleidbaarheid en weerstand uitleggen
- Je kan de geleidbaarheid en weerstand berekenen
- Je kan een aantal geleiders en isolatoren benoemen