Brugklas have got to be

READING
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

READING

Slide 1 - Slide

Welkom!
Zorg ervoor dat je zo een telefoon hebt waarmee je kan inloggen bij LessonUp!

Slide 2 - Slide

My dad ... blond hair, my mom ... brown hair.
A
has got - have got
B
have got - has got
C
has got - has got
D
have got - have got

Slide 3 - Quiz

Greg ____ beautiful long hair.
His parents _____ short grey hair.
A
have got- has got
B
has got - have got
C
has got - has got
D
have got - have got

Slide 4 - Quiz

We
A
have got
B
has got

Slide 5 - Quiz

Vul in: have/has (got)
...... she ...... a piano at home?
A
have got
B
Have.... got
C
has got
D
Has ... got

Slide 6 - Quiz

We ___ ___ ___ money.
A
have not got
B
not have got
C
has not got
D
not has got

Slide 7 - Quiz

Wat is geen vorm van 'to have'?
A
have
B
has got
C
haves got
D
have got

Slide 8 - Quiz

Wat is juist?
We have got lunch.
A
Have we got lunch?
B
Has we got lunch?

Slide 9 - Quiz

Vertaal deze zin:
Ik heb een zus

Slide 10 - Open question

Vertaal deze zin:
Mijn zus heeft een boek

Slide 11 - Open question

Vertaal:
Mijn oom heeft een ijsje

Slide 12 - Open question

Vertaal:
Susan heeft een een hond

Slide 13 - Open question

Nu weer                                                             Blijf wel in
even kort                                                           LessonUp! luisteren 
naar de 
uitleg :-)

Slide 14 - Slide

You _____ (to be)hungry
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 15 - Quiz

They .... (to be) friends
A
to be
B
are
C
is
D
am

Slide 16 - Quiz


____ (to be) it going to be a difficult test?
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 17 - Quiz

My parents (to be) annoying
A
am
B
is
C
are
D
be

Slide 18 - Quiz

To be:
I...
A
are
B
am
C
is

Slide 19 - Quiz

The weather.... (to be)nice today
A
is
B
are
C
be

Slide 20 - Quiz

To be:
They...
A
is
B
are
C
am

Slide 21 - Quiz

Vertaal:
De baby is lief

Slide 22 - Open question

Vertaal:
De docenten zijn streng
(streng= strict)

Slide 23 - Open question

Vertaal:
Ik ben een kind

Slide 24 - Open question

Vertaal:
Mijn vrienden zijn leuk

Slide 25 - Open question

Vertaal:
Ik heb een idee! Ik ben een kind en jij bent mijn zus.

Slide 26 - Open question

Vertaal:
Mijn zus is ziek. Ik heb snoep (candy) voor haar.

Slide 27 - Open question

Wat vond je van de les? Heb je nog vragen? Probeer in het Engels te antwoorden!

Slide 28 - Open question