H4.1 gemiddelde snelheid en verhoudingstabel

1 / 43
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat hebben we de vorige les gedaan ?

Slide 2 - Open question

Lesdoelen:
Herhalen grootheden, eenheden en schatten.
Je kunt na deze les
- je weet wat een constante snelheid is.

- met een verhoudingstabel de gemiddelde snelheid, de afstand en de tijd berekenen


dinsdag 6 april

Slide 3 - Slide

Vorige les heb je een race van
Usain Bolt gezien. Geef zelf een voorbeeld van een grootheid bij deze race.

Slide 4 - Open question

Usain Bolt rent de afstand 100 meter in ongeveer 10 ....
A
jaar (j.)
B
uur (h)
C
seconde (s)
D
mijl per uur (mph)

Slide 5 - Quiz

Wat is een correcte eenheid voor snelheid ?
A
meter per seconde
B
afstand per seconde
C
meter per tijd

Slide 6 - Quiz

Gemiddelde snelheid
  • Als je beweegt verander je van plaats.
  • De grootte van de snelheid geeft aan hoe hard dat gaat.

De gemiddelde snelheid reken je uit door de afgelegde afstand te delen door de tijd die daarvoor nodig was.

Een eenheid hierbij is meter per seconde            afgekort: m/s

Slide 7 - Slide

Olympisch goud Pieter van den Hoogenband
Athene 2004
rekenen aan de gouden race
  • Pen
  • Papier
  • Rekenmachien(e)

Noteer als volgt:
  • afstand: ....
  • tijd:  .....

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

 Rekenen met een verhoudingstabel is erg makkelijk      schrijf mee.
De eenheid van snelheid is meter per seconde.
Het woordje per betekent: een verhouding  --> meter / seconde

Hier maak je je tabel van:
  • meter zet je boven
  • seconde zet je onder
meter
seconde

Slide 10 - Slide

 Rekenen met een verhoudingstabel is erg makkelijk      schrijf mee.
De eenheid van snelheid is meter per seconde.
Het woordje per betekent: een verhouding  --> meter / seconde

meter
seconde
Nu verder invullen.

Slide 11 - Slide

 Rekenen met een verhoudingstabel
Het woordje per betekent: een verhouding  --> meter / seconde
  • afstand = 50 m
  • tijd = 22,6 s
meter
50
seconde
22,6

Slide 12 - Slide

 Rekenen met een verhoudingstabel
Het woordje per betekent: een verhouding  --> meter / seconde
    afstand = 50 m
    tijd = 22,6 s

Voorbeeld :
Wat is de gemiddelde snelheid van "Hoogenband" in meter per seconde ?
meter
50
?
seconde
22,6
1
÷ 22,6

Slide 13 - Slide

 Rekenen met een verhoudingstabel
meter
50
?
seconde
22,60
1
50/22,6 = ?
22,60/22,6 = 1

Slide 14 - Slide

 Rekenen met een verhoudingstabel




Vraag:
Wat is de gemiddelde snelheid van "Hoogenband" in meter per seconde ?
antwoord:   2,2 meter per seconde              of    2,2 m/s
meter
50
? = 2,2
seconde
22,60
1
50/22,6 = 2,2

Slide 15 - Slide

Hoe duidelijk is het tot nu toe ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Nu het 2e deel van de race
noteer weer tijd en afstand.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Nu jij:
Vraag: bereken met behulp van een verhoudingstabel de gemiddelde snelheid over de gehele race. 
Doe dit voor jezelf, de volgende sheet voer je het antwoord in.
 Gegevens:
  • afstand =
  • tijd =

meter
seconde
÷

Slide 19 - Slide

De gemiddelde snelheid bij de gehele 100 meter was:
A
1,95 m/s
B
2,08
C
2,08 km/h
D
2,08 m/s

Slide 20 - Quiz

Constante snelheid
Stel je beweegt.


Heeft de snelheid steeds dezelfde grootte en dezelfde richting
Dit heet een eenparige beweging.

Je hebt dan een constante snelheid.

Slide 21 - Slide

Zwom van den Hoogenband deze race met een constante snelheid ?
A
ja, ongeveer 2 m/s
B
Nee, hij zwom het 2e deel met hogere snelheid
C
Nee, hij zwom het 2e deel met een lagere snelheid
D
Ja, snelheid is altijd constant

Slide 22 - Quiz

 Stel dat "Hoogenband" het eerste deel van de race wel met constante snelheid bewoog.
    afstand = 50 m
    tijd = 22,6 s
Vraag:
Wat is de afgelegde afstand in meter na 4 seconden ?
(het antwoord vul je in op de volgende dia)
meter
50
2,2
seconde
22,6
1
?

Slide 23 - Slide

Stel dat "Hoogenband" het eerste deel van de race wel met constante snelheid bewoog.

Vraag: Wat is de afgelegde afstand in meter na 4 seconden ?
A
20 m
B
8,8 m/s
C
8,8 m
D
20 m/s

Slide 24 - Quiz

 Stel dat "Hoogenband" het eerste deel van de race wel met constante snelheid bewoog.
    afstand = 50 m
    tijd = 22,6 s
Vraag:
Wat is de afgelegde afstand in meter na 4 seconden ?

meter
50
2,2
8,8
seconde
22,6
1
4
x 4
x 4

Slide 25 - Slide

 Stel dat "Hoogenband" het eerste deel van de race wel met constante snelheid bewoog.
    afstand = 50 m
    tijd = 22,6 s
Vraag:
Na hoeveel seconden heeft hij dan de eerste 40 meter afgelegd ?

meter
50
seconde
22,6

Slide 26 - Slide

Stel dat "Hoogenband" het eerste deel van de race wel met constante snelheid bewoog.

Na hoeveel seconden heeft hij dan de eerste 40 meter afgelegd ?
A
19,2 m
B
18,1
C
19,2 s
D
18,1 s

Slide 27 - Quiz

 Stel dat "Hoogenband" het eerste deel van de race wel met constante snelheid bewoog.
    afstand = 50 m
    tijd = 22,6 s
Vraag:
Na hoeveel seconden heeft hij dan de eerste 40 meter afgelegd ?

meter
50
1
40
40
seconde
22,6
0,452
?
18,1
÷ 50
÷ 50
x 40
x 40

Slide 28 - Slide

Lesdoelen:
Herhalen grootheden, eenheden en schatten.
Je kunt na deze les
- de gemiddelde snelheid berekenen in m/s
- je weet wat een constante snelheid is.
- met een verhoudingstabel de gemiddelde snelheid, de afstand en de tijd berekenen


dinsdag 6 april

Slide 29 - Slide

Hoe goed kun jij met behulp van een verhoudingstabel de gemiddelde snelheid, afstanden en tijden uitrekenen ?
Deel 2: volgend uur, zelfstandig een opdracht uitwerken. Wat als het niet lukt ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Einde deel 1.

Slide 31 - Slide

start deel 2.

Slide 32 - Slide

Je bekijkt straks de 100 meter van van den Hoogenband uit 2000 Sydney

Je krijgt daar straks een aantal vragen over.

Noteer goed de gegevens bij de volgende grootheden:
  • afstanden en tijden op de helft van de race
  • afstanden en tijden op het geheel van de race
Deze kun je ook zelf zoeken op YouTube
Pieter van den Hoogenband  Gold  100m 2000 Sydney

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Vragen (5 stuks):
Reken zelf uit met behulp van een verhoudingstabel.
  1. De gemiddelde snelheid op de eerste 50 meter
  2. De gemiddelde snelheid op de gehele race (100 meter).
  3. De gemiddelde snelheid op de laatste 50 meter.
Stel dat hij de eerste 50 meter met constante snelheid bewoog.
4. De afgelegde afstand na 10 seconden.
5. De tijd op 30 meter.

Rond af op 1 decimaal

Slide 35 - Slide

vul hier je antwoorden in..
vraag 1. De gemiddelde snelheid op de eerste 50 meter
A
2,0 m/s
B
2,1 m
C
1,5 m/s
D
2,2 m/s

Slide 36 - Quiz

vul hier je antwoorden in..
vraag 2. De gemiddelde snelheid op de gehele race (100 meter).
A
2,1 m/s
B
2,1 m
C
1,9 m/s
D
2,2 m/s

Slide 37 - Quiz

vul hier je antwoorden in..
vraag 3. De gemiddelde snelheid op de laatste 50 meter.
A
2,1 m/s
B
2,0 m/s
C
1,9 m/s
D
2,2 m/s

Slide 38 - Quiz

vul hier je antwoorden in..
vraag 4. De afgelegde afstand na 10 seconden.
A
21,6 m
B
20,1 m
C
22,2 m
D
18,4 m

Slide 39 - Quiz

vul hier je antwoorden in..
vraag 5.
De tijd op 30 meter.
A
21,6 s
B
12,1 s
C
13,9 s
D
13,4 s

Slide 40 - Quiz

Hoeveel van de 5 vragen had je goed ?
05

Slide 41 - Poll

Hoe goed kun jij met behulp van een verhoudingstabel de gemiddelde snelheid, afstanden en tijden uitrekenen ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Poll

Weektaak volgt
voor volgende les (nader in te vullen)

Slide 43 - Slide