Up2b 12-01-2022, herhaling verben, uitleg voltooid deelwoord


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Herzlich Willkommen
beim Deutschunterricht

Slide 1 - Slide

Regeln in der Klasse
  • Luister naar elkaar! Als er iemand praat, is de rest stil.
  • Mobiele telefoon in de tas.
  • Respect voor elkaar.
  • Altijd laptop meenemen.
  • Tas, naast jou op de grond.
  • Voeten op de grond.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Was lernen wir heute?
  • Ihr lernt die schwachen Verben im Präsens benutzen: (fe)esttenten
  • Ihr lernt das Partizip kennen und benutzen.

Slide 3 - Slide

Herhaling: 
koppel de juiste persoonlijke voornaamwoorden
timer
1:00
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 4 - Drag question

Wiederholung schwache Verben
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
(fe)esttenten

Slide 5 - Slide

Pionnen (sleepbaar):
1
2
3
4
5
6
Als je deze vorm goed hebt, mag je nog een keer dobbelen.
Fout?
Dan moet je een ronde overslaan.
Als je deze vorm goed hebt, mag je nog een keer dobbelen.
Goed? Dan mag je één pioon twee plaatsen naar achteren zetten.
1. Ein Spieler beginnt und würfelt. Dann bildet er mit der Zahl des Würfels die richtige Verbform

2. Checke die Antwort mit dem Lösungsblatt.
> Wenn die Verbform falsch ist, darf der Spieler nicht vorrücken. 
> Hat der Spieler richtig konjugiert, darf er so viele Felder vorrücken, wie die Zahl des Würfels vorgibt.
 
3. Wer als Erster das Ziel erreicht, gewinnt.
 



Würfele hier:
Die Spielregeln
Klavertje?
Dan mag je de hulp van iemand aan tafel inroepen.
Klavertje?
Dan mag je de hulp van iemand aan tafel inroepen.
Tekens:
 klavertje hulp inschakelen
 fout geantwoord? 
 Voorsprong inzetten
 Extra worp
Fout?
Dan moet je een ronde overslaan.
Verben im Präsens 
Vervoeg de werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Slide 6 - Slide

das Partizip
Het voltooid deelwoord
  • ge+stam+t
    Bespiel: wohnen                                                                  gewohnt
  • stam + t            bij werkwoorden -ieren
    Beispiel: fotografieren                                                     fotografiert
  • stam + t      bij werken met be- of ver-
    Beispiel: besuchen                                                           besuch
    Bespiel: versorgen                                                            versorgt

Slide 7 - Slide

das Partizip von wohnen ist?
A
gewohnt
B
wohne
C
wohnen
D
wohnt

Slide 8 - Quiz

das Partizip von verkaufen ist?
A
kaufen
B
verkauft
C
gekauft
D
verkocht

Slide 9 - Quiz

das Partizip von studieren ist?
A
gestudiert
B
studierent
C
studierst
D
studiert

Slide 10 - Quiz

Selber machen
Übung 27, Seite 118, Kapitel 4, Teil E

Verben übersetzen und ergänzen.
Kies het juiste werkwoord, vertaal deze in het Duits en vul de juiste vorm in.
aanraken, beschrijven, doen, erg houden van, gaan, wensen, spelen, zijn

1. ..............ihr mit in den Zoo?
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Ik kan zwakke werkwoorden in het Duits vervoegen
kan ik helemaal wel
kan ik
kan ik een beetje
kan ik niet
kan ik helemaal niet

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Slide

Afsluiting
Habt ihr noch Fragen?


Als de timer loopt, kunnen jullie inpakken.

timer
2:00

Slide 14 - Slide

Bis zum nächsten Mal

Slide 15 - Slide