afronding Hoofdstuk 7 en 8

afronding Hoofdstuk 6, 7 en 8
Oefenvragen
Extra uitleg
Zelf leren voor de toets
1 / 12
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

afronding Hoofdstuk 6, 7 en 8
Oefenvragen
Extra uitleg
Zelf leren voor de toets

Slide 1 - Slide

Waarom staat bij Marseille een raffinaderij van Exxon Mobil
A
Hier wordt veel aardolie gewonnen.
B
Hier kan de grondstof gemakkelijk worden aangevoerd.
C
Hier zijn veel goedkope arbeidskrachten.

Slide 2 - Quiz

Op de kaart zie je het percentage van de bodem in het land dat gebruikt wordt voor de landbouw. Hoe verklaar je het lage cijfer voor Kongo?
A
Hooggebergte
B
Savanne
C
Tropisch bos
D
Woestijn

Slide 3 - Quiz

In welk van de volgende landen zal het percentage volwassenen dat in de informele sector werkt het hoogst zijn?
A
In Argentinië
B
In Roemenië
C
in Canada
D
in Indonesië

Slide 4 - Quiz

In de grafiek zie je de Top 10 EU-landen met de meeste export van goederen. Hoe verklaar je de relatief hoge positie van Nederland op de ranglijst?
A
De lonen in Nederland zijn relatief laag, waardoor er in het buitenland veel vraag is naar de goedkope Nederlandse producten
B
Nederland heeft belangrijke hightechindustrieën die veel goederen verkopen aan andere landen op de wereld.
C
Veel goederen die Nederland invoert, worden direct weer uitgevoerd naar een ander land in Europa.

Slide 5 - Quiz

Voor de kust van Zuid-Holland is de Maasvlakte aangelegd. Wat was de belangrijkste aanleiding voor de aanleg van dit gebied?
A
De behoefte aan een geschikte locatie voor windmolenparken
B
het tekort aan havens; met name havens voor grote schepen
C
het tekort aan natuur- en recreatiegebieden in de Randstad
D
het tekort aan opslagruimte voor het slib dat verzameld werd bij het uitbaggeren van de Nieuwe Waterweg en het Noordzeekanaal

Slide 6 - Quiz

Niet alleen voor Panama zelf is het economisch belang van het Panamakanaal groot; ook andere gebieden profiteren van het kanaal. Waardoor vooral?
A
Het kanaal vormt de toegangspoort voor toeristen naar Midden- en Zuid-Amerika
B
Het kanaal vormt de verbinding tussen de Stille Oceaan en het oosten van de VS.
C
Via het kanaal worden de delfstoffen naar landen in Midden Amerika geëxporteerd.

Slide 7 - Quiz

Tussen de Main en de Donau ligt sinds 1992 het Main-Donau-kanaal. Voor welke belangrijke Europese havenstad werd, door de aanleg van het kanaal, het afzetgebied sterk vergroot?
A
Hamburg
B
Marseille
C
Rotterdam
D
Sint-Petersburg

Slide 8 - Quiz

Jannie heeft deze kaart van het aantal internetgebruikers per 100 inwoners gemaakt. Eén land heeft zij verkeerd ingekleurd. Welke van de volgende landen zal dat zijn?
A
China
B
Indonesië
C
Japan
D
Nieuw-Zeeland

Slide 9 - Quiz

Achttien landen zijn in twee groepen verdeeld. Daarbij is gekeken naar de alfabetiseringsgraad. Welke gegevens passen het best boven de groepen?
A
groep 1 = landen met 28% - 87% analfabeten; groep 2 = landen met 11% - 29% analfabeten
B
groep 1 = landen met 11% - 29% analfabeten; groep 2 = landen met 28 %- 87% analfabeten
C
groep 1 = landen met 0% - 1 % analfabeten; groep 2 = landen met 13% - 72% analfabeten
D
groep 1 = landen met 13% - 72% analfabeten; groep 2 = landen met 0% - 1% analfabeten

Slide 10 - Quiz

Deze ontwikkeling heeft invloed op de ruilvoet. Voor sommige landen zal de ruilvoet verbeteren, voor andere landen verslechteren. Voor welke van de volgende groepen van landen zal de ruilvoet het meest verslechteren?
Voor landen die...
A
veel grondstoffen exporteren en veel industrieproducten importeren
B
veel grondstoffen exporteren en weinig industrieproducten importeren
C
weinig grondstoffen exporteren en weinig industrieproducten importeren
D
weinig grondstoffen exporteren en veel industrieproducten importeren

Slide 11 - Quiz

Extra uitleg

Slide 12 - Slide