Formatieve toets H2 PWW1

Formatieve toets H2 PWW1
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Formatieve toets H2 PWW1

Slide 1 - Slide

raconter
A
glijden
B
vertellen
C
praten
D
een examen doen

Slide 2 - Quiz

aanraden
A
conseiller
B
essayer

Slide 3 - Quiz

Notre équipe a gagné le match, nous sommes ___________________

     ____________________.   , le piano. 

_________________     tous les jours _______________    je veux faire partie de l'équipe de France.

_________________ a donné un carton (kaart)  rouge au joueur. 

Lance moi __________________ !

Et toi, quels sont ____________________ ? 






         
la balle 
les champions
je m'entraine
elle joue d'un instrument
car
tes loisirs
l'arbitre

Slide 4 - Drag question

faire du vélo
A
fietsen
B
volleyballen
C
sporten
D
het hoofd

Slide 5 - Quiz

car
courir
inoubliable
raconter

want
rennen
onvergetelijk
vertellen

Slide 6 - Drag question

Vocabulaire
apprendre 4
le genou
progresser
la voix
vérifier
vas-y
de knie
vooruitgaan
de stem
ga je gang
controleren

Slide 7 - Drag question

ton, ta, tes = ............
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 8 - Quiz

mijn broer
A
ma frère
B
son frère
C
sa frère
D
mon frère

Slide 9 - Quiz

haar verhaal
A
sa histoire
B
son histoire
C
ses histoire
D
ton histoire

Slide 10 - Quiz

zijn ontdekking
A
son découverte
B
sa découverte
C
ta découverte
D
ton découverte

Slide 11 - Quiz

leur, leurs = ...............
A
hun
B
zijn - haar
C
onze
D
jullie - uw

Slide 12 - Quiz

Complétez (schrijf de twee ontbrekende woorden onder elkaar op.)
1.(mijn) _______________ soeur s’appelle Marie.
2.(zijn) _______________ classeur est bleu.

Slide 13 - Open question

traduis : leur avion

Slide 14 - Open question

Jouw
in het Frans=

A
mon-ma-mes
B
son-sa-ses
C
ton-ta-tes
D
votre-vos

Slide 15 - Quiz

Wat betekent: ton , ta , tes?

Slide 16 - Open question

Choisis: mon / ma / mes
Ça c'est .... copine (v)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 17 - Quiz

Mon, ma, mes?
___ devoirs (m)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 18 - Quiz

Mon, ma, mes?
___ parents (mv)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 19 - Quiz

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord (mon/ma/mes) wordt bepaald door:
A
Of de persoon een man, vrouw of meerdere personen zijn
B
Of het werkwoord m/v/mv is
C
Of het zelfstandig naamwoord m/v/mv is
D
Dat ligt aan de vertaling van het woord.

Slide 20 - Quiz

(jouw) livres

Slide 21 - Open question

(jouw) parents

Slide 22 - Open question

uitwisselen
ontdekken
stoppen
plaatsen
zoeken
voorstellen
placer
arrêtrer
proposer
échanger
découvrir
rechercher

Slide 23 - Drag question

Vertaal: Wat is je lievelingssport?
gebruik page 77

Slide 24 - Open question

de jongere
A
l'ado
B
l'oda
C
l'adore

Slide 25 - Quiz

Betekenis: Tu joues d'un instrument?

Slide 26 - Open question

Hallo, je spreekt met Jules

Slide 27 - Open question

Vertaal: C'est quoi, ton sport préféré ?

Slide 28 - Open question

Hoe vertaal je:
"zijn recept" (=> la recette)
A
son recette
B
sa recette
C
notre recette
D
leur recette

Slide 29 - Quiz

ML enk
VR enk
MV
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Ma
Mon
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses

Slide 30 - Drag question

zijn / haar
jouw
mijn
  mon
  ma 
   mes
   ses
   sa
   son
  ton
   ta
  tes

Slide 31 - Drag question

Traduis F-N:
Excusez-moi. Vous pouvez répéter?

Slide 32 - Open question

Vertaal naar het Nederlands:
Excusez-moi, c'est une erreur.

Slide 33 - Open question