Sociaal Rechts les 4 wia - ww

wia-ww les 5
1 / 25
next
Slide 1: Slide
RechtenMBOStudiejaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

wia-ww les 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Anne (nu 30 jaar) is in juni 2009 afgestudeerd. Op 1 december 2010 is zij begonnen met werken. Haar salaris was € 1.200,00 per maand. Helaas heeft zij op 15 maart 2015 een auto-ongeluk gekregen. Zij is daardoor in de ziektewet gekomen. Na 104 weken is ze nog steeds 80% arbeidsongeschikt. De artsen verwachten wel dat zij kan herstellen. Zij heeft op dit moment geen arbeidsinkomen.
Vraag: op welke vorm van WIA-uitkering heeft zij recht? IVA of WGA, en waarom?

Slide 6 - Open question

WGA, want wel 80% arbeidsongeschikt maar niet duurzaam
Sanne (nu 45 jaar) is op 1 december 2000 begonnen met werken. Haar salaris was € 1.500,00 per maand. Helaas heeft zij op 1 maart 2018 een ongeluk gekregen. Zij kon niet meer werken en na 104 weken is ze nog steeds 90% arbeidsongeschikt. De artsen verwachten dat dit blijvend is. Ze heeft op dit moment geen arbeidsinkomen.
Vraag: op welke vorm van WIA-uitkering heeft zij recht? IVA of WGA, en waarom?

Slide 7 - Open question

WGA, want wel 80% arbeidsongeschikt maar niet duurzaam
Wat stel je bij de WGA-uitkering eerst vast? 
  • Je moet eerst vaststellen of er aan de wekeneis (zoals in de ww) wordt voldaan!
  • Dus kijken: heeft ze in 36 weken voordat ze ziek werd, 26 weken gewerkt
  • zo ja, dan loongerelateerde uitkering!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

hoogte en duur loongerelateerde uitkering
  • Duur afhankelijk van jaren arbeidsverleden (net als bij WW) met max 24 mnd!
  • Hoogte (is óók hetzelfde als bij de WW):
  • eerste 2 maanden 75% van laatstverdiende loon, daarna 70%
  • als je ook weer werkt, dan gaat je nieuwe loon hiervan af
  • het laatstverdiende loon wordt op dezelfde manier berekend als bij de zw (dus via het dagloon)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

ná de loongerelateerde uitkering
Nadat de looptijd van de loongerelateerde uitkering is verstreken dan:
  • of een loonaanvullingsuitkering of een vervolguitkering 
  • duren beide zolang je 35% of meer ao bent tot de AOW!

Wanneer nu een loonaanvullingsuitkering en wanneer een vervolguitkering?
  • heb je géén baan op dit moment, dan altijd de vervolguitkering



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

loonaanvullingsuitkering
  • Je moet dus werk hebben, want anders altijd de vervolguitkering
  • Heb je werk én benut je met je baan minstens 50% van je restverdiencapaciteit (=inkomenseis), dán recht op de loonaanvullingsuitkering!
  • De hoogte van deze uitkering is gekoppeld aan je laatstverdiende loon (waar uiteraard je inkomen uit je nieuwe werk dan vanaf gaat)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

vervolguitkering
heb je géén werk of minder dan 50% rvc dan:

  • dan recht op een vervolguitkering: 
  • bepaald percentage van het wettelijk minimumloon
  • dit percentage hangt af van de hoogte van je ao percentage, zie  p. 61 KG

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

WGA: niet voldaan aan de wekeneis
dan nooit recht op de loongerelateerde uitkering, maar alléén of de loonaanvullingsuitkering of vervolguitkering, dus de beide uitkeringen in de net besproken fase 2

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is het eerste wat je moet checken als je in de wga-regeling komt om te weten op welke uitkering je recht hebt?
A
is er voldaan aan de inkomenseis
B
is er voldaan aan de wekeneis
C
is er voldaan aan de jareneis

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Als je weet dat je niet aan de wekeneis voldoet, dan moet je kijken of je werkt en voldoende rvc hebt oftewel voldoet aan de inkomenseis. Welke uitkering krijg je als je daaraan voldoet?
A
loongerelateerde
B
loonaanvulling
C
vervolg

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Juul haar arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 45%. Ze heeft voor haar ziekte 8 maanden lang gewerkt. Op welke uitkering heeft ze nu recht?
A
iva
B
loongerelateerd
C
loonaanvulling
D
vervolg

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Twan is ook 45% ao, maar heeft maar 3 maanden gewerkt voordat hij ziek werd en heeft nog geen nieuw werk gevonden. Welke uitkering krijgt hij?
A
iva
B
loongerelateerd
C
loonaanvulling
D
vervolg

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel procent wordt Twan zijn uitkering met een ao van 45%?
A
28%
B
35%
C
42%
D
50,75%

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

welke uitkering krijgt Anne na haar loongerelateerde uitkering, ervan uitgaande dat ze inmiddels met werk nog 60% van haar resterende verdiencapaciteit benut?
A
loonaanvullingsuitkering
B
vervolguitkering

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Jacques werkt sinds drie jaar 15 uur per week bij Philips en 7 uur per week bij Summa.
Bij Summa verliest hij 4 uur per week.
Is Jacques werkloos geworden in de zin van de WW?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Werkt in totaal 22 uur per kalenderweek.
Verliest 4 uur bij Summa per kalenderweek.
Is minder dan de helft van het totaal.
Sana werkt 15 uur per week als zelfstandig ondernemer.
Zij verliest 6 uur werk per week door terugloop van opdrachten.
Is zij werkloos in de zin van de WW?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quiz

Relevant zijn alleen de uren in loondienst. Zij verliest nu meer dan de helft van het aantal uren dat zij bij Summa werkt.
Pedro is werkloos en wil een fulltime opleiding gaan volgen om meer kans te maken op de arbeidsmarkt.
Heeft dit gevolgen voor zijn WW-uitkering?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Hij is dan niet beschikbaar voor arbeid, zodat hij niet voldoet aan de voorwaarden. Zijn recht op uitkering vervalt. 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions