H4, paragraaf 1 t/m 4 - herhaling 2 havo

H4, paragraaf 1 t/m 4 - herhaling
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4, paragraaf 1 t/m 4 - herhaling

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bij welk tijdvak hoort dit hoofdstuk?
A
Regenten en vorsten
B
Pruiken en revoluties
C
Burgers en stoommachines
D
Ontdekkers en hervormers

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Het streven van vorsten naar absolute macht
A
Tijd van Ontdekkers en hervormers
B
Tijd van Regenten en vorsten
C
Tijd van Pruiken en revoluties
D
Tijd van Burgers en stoommachines

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Eerste stand
Tweede stand
Derde Stand
Geestelijken
Adel
Burgers
Boeren
Privileges
Privileges
Betalen belastingen

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De verlichte denkers waren VOOR de standenmaatschappij
A
Eens
B
Oneens

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De verlichting
Slechte tijden waren het gevolg van domheid


Rationeel denken toepassen op de hele samenleving


De Encyclopédie

Slide 7 - Slide

Sociaal
Wat betekent rationeel?
A
Gebruik maken van de Encyclopedie
B
Nieuwe wetenschappelijke uitvindingen
C
Met het verstand
D
Kritiek hebben

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Driemachtenleer: de scheiding van de machten. Belangrijk om te voorkomen dat een persoon of overheid te machtig wordt.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom was de driemachtenleer belangrijk (scheiding van de machten)
A
Zodat de macht niet in handen kwam van 1 iemand
B
Zodat het volk veel meer te zeggen kreeg
C
Zodat de regering alleen maar machtiger kon worden
D
Geen van de antwoorden is juist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Uitspraak 1: De mensen uit de verlichting zijn voorstander van de slavernij
Uitspraak 2: De derde stand was ontevreden omdat ze teveel belasting moesten betalen
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Noem twee redenen waarom de derde stand in opstand kwam.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

De Franse Revolutie begon met de bestorming van de Bastille
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Tekst
Onthoofding Lodewijk
Slag bij Waterloo
FR. constitutionele monarchie
Staatsgreep Napoleon
Begin FR revolutie
1799
1793
1815
1792
1789

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Waar staan de gematigden voor?
A
Snelle veranderingen
B
Alles houden zoals het was
C
Beperkte veranderingen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Napoleon was voorstander van de standenmaatschappij
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Amerika wilde graag onafhankelijk worden van Engeland, waarom?
A
Amerika wilde geen Engels meer spreken
B
Amerika moest belasting betalen aan Engeland, maar had geen inspraak in het Engelse parlement
C
Amerika wilde graag bij Frankrijk horen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke gebeurtenis past deze afbeelding?
A
Bestorming van de Bastille
B
Amerikaanse burgeroorlog
C
Patriotten opstand
D
Boston Tea Party

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen het doel van de Amerikaanse en de Franse revolutie?
A
De burgers wilden meer inspraak in het bestuur in Frankrijk
B
In VS streden ze om onafhankelijkheid in FR niet
C
In FR ging het met veel meer geweld dan in de VS
D
In de VS was het de schuld van de indianen, in FR niet

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Amerika is een bondsstaat, wat is dat?
A
Gezag is verdeeld tussen mannen
B
Gezag is verdeeld tussen werelddelen
C
Gezag is verdeeld tussen centrale overheid en deelstaten

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat wilden de patriotten bereiken in Nederland?
A
Meer gelijkheid voor iedereen
B
Meer vrijheid voor iedereen
C
Meer democratie voor iedereen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoe werden de groepen gewapende burgers genoemd die streden aan de zijde van de patriotten?
A
Het leger
B
Knokploegen
C
Vrijkorpsen
D
Korps mariniers

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

De vrouw van stadhouder Willem V werd onderweg tegengehouden door de patriotten, hoe reageerde de koning van Pruisen?
A
Niet, hij vond het net goed
B
Hij greep in met zijn leger en verjoeg de patriotten
C
Hij wilde gaan onderhandelen en praten met de patriotten
D
De koning nam zelf Nederland in en voegde dit toe aan zijn rijk

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Het Franse leger werd voor goed verslagen in Rusland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Lodewijk Napoleon (de broer van Napoleon) was de eerste koning van Nederland
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Nederland krijgt een democratische grondwet
Nederland wordt deel van Frankrijk
Nederland wordt het Koninkrijk Holland
Patriotten roepen de Bataafse Republiek uit.
1806
1798
1810
1795

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Hoe kwam het dat Napoleon grote delen van Europa kon innemen?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Ik heb vertrouwen in mijn GS toets
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions

Ik denk het volgende cijfer te gaan halen voor GS
110

Slide 34 - Poll

This item has no instructions