1. Economische motieven- armoede in eigen land (pushfactor)
- specialistische baan in buitenland (pullfactor)
2. Sociale motieven
- hereniging met familie
- trouwen met iemand in een ander land (gezinsvorming)
3. Politieke motieven
- oorlog
- bedreigde minderheid/politieke voorkeur