H4.4 De Regering

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 3,4

4.4 De Regering 

In deze les

• Instructie paragraaf 4
• Opdrachten maken 

Begrippen:

• Ministers
• Kabinet
• De regering
• Regeerakkoord
• Staatsecretarissen
• Wetsvoorstel 
• Staatshoofd
• Troonrede
• Miljoenennota
• Rijksbegroting 

Volksvertegenwoordigers?

1. Tweede Kamerleden
2. Lijsttrekkers
3. Eerste Kamerleden
4. Alle gekozen politici

DE REGERING:

De koning & ministers 

KABINET 

Ministers & staatssecretarissen  

(het dagelijks bestuur van ons land)

Tweede Kamer

Alle democratisch gekozen leden

150 zetels

Eerste Kamer

75 Leden

Tweede Kamer 

150 Leden

Het Parlement 

Regeerakkoord:

• De grootste partij zoekt na de verkiezingen partijen die met hen willen samenwerken.
  
• Samen hebben ze een meerderheid nodig.
  
• Zijn ze het eens? Dan schrijven ze een regeerakkoord. Daarna vormen ze samen de regeringspartijen.
  

Regeerakkoord: de plannen van de regering voor de komende jaren.

• In het kabinet zitten ministers en staatssecretarissen die elk een eigen taak hebben.

• Ministers krijgen ondersteuning van duizenden ambtenaren. Ook hebben de meeste ministers hulp van een staatssecretaris = Een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van een minister.
  

Ministers werken samen:

Elke vrijdag komen alle ministers bij elkaar. Ze maken samen plannen en wetsvoorstellen.

Een wet wordt pas aangenomen als de Tweede Kamer en Eerste Kamer ermee instemmen.

Minister President:

• De minister-president (ook wel premier genoemd) is de leider van het kabinet.
  
• Hij is de belangrijkste minister en is de voorzitter als de regering vergadert.
  

Taken van de koning: 

De koning is het staatshoofd. Hij is lid van de regering, maar heeft vrijwel geen macht. Zijn taken zijn:

• Een handtekening zetten onder alle wetten.
• De troonrede voorlezen op Prinsjesdag.
• Overleg voeren met de minister-president.
• Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
• Ministers en staatssecretarissen beëdigen.

Het kabinet?

1. Tweede Kamerleden
2. Ministers & staatssecretarissen
3. Koning & ministers
4. Coalitie

De Eerste Kamer

1. 50 leden
2. 75 leden
3. 100 leden
4. 150 leden

Het parlement?

1. Eerste Kamer
2. Tweede Kamer
3. Eerste + Tweede Kamer
4. Koning & ministers

De regering?

1. Tweede Kamerleden
2. Ministers & staatssecretarissen
3. Koning & ministers
4. Coalitie

De Tweede kamer?

1. 50 leden
2. 75 leden
3. 100 leden
4. 150 leden

Maken:

Vanaf bladzijde 90

- Vraag 1 t/m 11 (vraag 5 mag je overslaan)

- Samenvatting 4.4