2T2 - 01-04

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Ga alvast rustig zitten, je hebt je laptop nog niet nodig  

Vak: Frans

Docent: meneer Groenen (GRP)

Vorige les

• Lees- en luistertoets
  
• Vlog: inleveren vóór woensdag 26 maart 21u

(filmpje via Teams of [e-mail], script in de les)

Deze les

- Filmpje: over broers en zussen

- Lees-en luistertoets bespreken

- Vlogs

- Uitleg: werkwoorden op -er

- SlimStampen: 8 minuten (oortjes)

- Grandes Lignes: opdrachten onderdeel H

Lesdoel: aan het eind van de les kun je regelmatige werkwoorden op -er gebruiken/vervoegen.

Filmpje

- Welke Franse woorden herken je?

- Wat is de les van dit filmpje?

Filmpje: 

Hoeveel broers/zussen heeft:

1. het eerste meisje en hoe oud?

2. de man met de baard?

Filmpje: avez-vous des frères et des soeurs (heeft u broers en zussen?)

 = 1 zus, quatorze ans = 14 jaar

= 2 zussen en 1 broer

Lees- en luistertoets

• Luistergedeelte (2 fragmenten, elk met 5 vragen)

1e fragment gaat over familie, 2e fragment over dierenasiel

• Leesgedeelte (2 tekstjes, elk met 5 meerkeuzevragen)

Beide fragmenten gaan over huizen

Antwoorden luistertoets

Antwoorden leestoets 1/2

Antwoorden leestoets 2/2

Vlogs: let op uitspraak

maison -> spreek uit als 'mèzon'

ans -> spreek uit als 'an'

soeur -> spreek uit als 'seur'

lit -> spreek uit als 'li'

chaise -> spreek je uit als 'sjèze'

Werkwoorden

Wat is ook alweer een 'werkwoord'?

• Een werkwoord is een woord dat zegt wat iemand doet of wat er gebeurt.
• Voorbeelden in het Nederlands: 
• lopen, eten, slapen

Regelmatige werkwoorden in het Frans

• Regelmatig werkwoord = wordt volgens regels vervoegd
• De meeste Franse werkwoorden eindigen op de letters-er. Voorbeeld van een werkwoord dat eindigt op -er = donner
• Als je -er van het werkwoord afhaalt, houdt je de stam over. Achter de stam zet je de uitgang. 
• De stam van donner is dus donn.

donner = geven

Als je de letters-er van donner hebt afgehaald, houd je de stam over -> donn. Daarna plak je er de uitgang achter.

                uitgang      donner                         geven

je            -e                  je donne                     ik geef

tu            -es               tu donnes                  jij geeft

il elle      -e                 il/elle donne             hij / zij geeft

on            -e                 on donne                   wij geven

nous       -ons           nous donnons         wij geven

vous        -ez             vous donnez              jullie geven / u geeft

ils/elles  -ent          ils/elles donnent     zij geven

De stam van donner (geven) is donn. Hoe zeg je 'wij (= nous) geven'?

1. nous donnons
2. nous donnent
3. nous donnez
4. nous donne

De stam van donner (geven) is donn. Hoe zeg je 'hij (= il) geeft'?

1. il donnes
2. il donnent
3. il donne
4. il donnez

SlimStampen: H2, Me voilà -> Grammaire H: overhoren

tijd: 8 minuten

Voor jezelf

Grandes Lignes: hoofdstuk 2, onderdeel H

30b: lees de uitleg en bekijk het filmpje

30c: vul het schema aan (kijk terug bij opdr. 30b)

30e: vul de juiste uitgang in (kijk terug bij opdr. 30b)

31a: lees de zinnen en antwoord in het Nederlands

Tijd: 15 minuten

Grandes Lignes: hoofdstuk 2, onderdeel H

30b: lees de uitleg en bekijk het filmpje

30c: vul het schema aan (kijk terug bij opdr. 30b)

30e: vul de juiste uitgang in (kijk terug bij opdr. 30b)

31a: lees de zinnen en antwoord in het Nederlands

Deze les: afsluiting

- Filmpje: over broers en zussen

- Lees-en luistertoets bespreken

- Vlogs

- Uitleg: werkwoorden op -er

- SlimStampen: 8 minuten

- Grandes Lignes: opdrachten onderdeel H

Lesdoel: aan het eind van de les kun je regelmatige werkwoorden op -er gebruiken/vervoegen.