basisstof 1 en basisstof 2

Basisstof 1 en basisstof 2.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Basisstof 1 en basisstof 2.

Slide 1 - Slide

1 antwoord is voldoende
timer
1:30
waar denk je aan bij verbranding?

Slide 2 - Mind map

leerdoelen.
je kan benoemen wat een verbranding is en wat je hiervoor nodig hebt en vrijkomt.
je kan benoemen wat een indicator is. 
je weet grof de samenstelling van lucht.
je kan een verbranding beschrijven van een organisme.
je weet het verschil tussen koudbloedige en warmbloedige dieren.

Slide 3 - Slide

verbranding
om een auto te laten bewegen heeft hij benzine nodig.
de benzine is de brandstof.

de auto gaat bewegen maar er komen ook uitlaatgassen vrij dit zijn de verbrandingsproducten.

Slide 4 - Slide

benzine erin
uitlaatgassen
auto beweegt
auto wordt warm
brandstof
energie
energie
verbrandingsproducten

Slide 5 - Drag question

begrippen opsomming
voor verbranding heb je een brandstof nodig.
bij een verbranding komt er energie vrij.
bij verbranding ontstaan ook nieuwe stoffen dit noemen we verbrandingsproducten.

nodig voor verbranding: brandstof
doel van verbranding: energie
bij product van verbranding: verbrandingsproducten.

Slide 6 - Slide

demo

Slide 7 - Slide

begrippen opsomming.
naast brandstof heb je ook zuurstof nodig bij verbranding.

nodig voor verbranding: brandstof
en zuurstof
doel van verbranding: energie
bij product van verbranding: verbrandingsproducten.

Slide 8 - Slide

demo

Slide 9 - Slide

indicator
een indicator is een stof die een andere stof aantoont.

de indicator helder kalkwater toont bij troebel worden koolstofdioxide aan. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

3 antwoorden.
timer
1:30
welke 3 energie soorten heb je?

Slide 12 - Mind map

timer
2:00
2 antwoorden
waarvoor hebben mensen verbranding nodig?

Slide 13 - Mind map

verbranding mens
we ademen zuurstof in.
we ademen koolstofdioxide uit.

energie die vrijkomt is in de vorm van warmte en beweging

Slide 14 - Slide

beweging
eten
koolstofdioxide
drinken
warmte
water
licht

Slide 15 - Drag question

koudbloedig.

lichaamstempratuur is ongeveer gelijk aan omgeving.

bij koude omgeving is de energie behoefte ook laag. weinig actieviteit.
mogelijk winterslaap.
warmbloedig.

constante lichaamstepratuur hier is energie voor nodig.

bij koude tempraturen trekken vogels en sommige zoogdieren naar warme gebieden om energie behoefte  te besparen.

Slide 16 - Slide

opdrachten om te maken
werkboek:  opdracht 1, 4, 5, 7, 8 en 9.

begrippenlijst: 1.1, 1.2 en 1.3.

aftekenen vrijdag mogelijk in de les. aftekenkaarten volgen nog

Slide 17 - Slide