GRAMM PV en WWG

persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Slide

lesdoelen
- Je weet hoe je de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde kunt vinden.
- Je kunt een zin verdelen in zinsdelen.

Slide 2 - Slide

Hoe vind je de persoonsvorm
in een zin ?

Slide 3 - Open question


Wat is de PV ?

Onze kat had een muis gevangen.

A
onze kat
B
had
C
een muis
D
had gevangen

Slide 4 - Quiz

Wat is de PV ?

De wiskundeleraar tekent een driehoek.
A
tekent
B
de wiskundeleraar
C
tekent een driehoek
D
tekent

Slide 5 - Quiz

Wat is de PV ?

In een Frans dorpje gebeurde in 1812 een ongeluk.
A
In
B
gebeurde
C
een ongeluk
D
dorpje

Slide 6 - Quiz

Wat is de PV ?

Een klein jongetje speelde in de werkplaats van zijn vader.
A
speelde
B
een klein jongetje
C
werkplaats
D
van zijn vader

Slide 7 - Quiz

Wat is de PV ?

Hij zag twee scherpe messen liggen.
A
Hij
B
zag
C
twee scherpe messen
D
liggen

Slide 8 - Quiz

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 9 - Open question

Uitleg werkwoordelijk gezegde

1. Zoek de PV


2. Zijn er nog andere ww in de zin ?


3. WWG = PV + andere ww



Slide 10 - Slide

Wat is het WWG ?

Het jongetje pakte de appels.

Slide 11 - Open question

Wat is het WWG ?

Het jongetje ging de appels pakken.

Slide 12 - Open question

Wat is het WWG ?

Het jongetje heeft de appels gepakt.

Slide 13 - Open question

Wat is het WWG ?

Het jongetje zou de appels willen pakken.

Slide 14 - Open question

Wat is het WWG ?

Dit tijdschrift was al na twee dagen uitverkocht.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Link

Huiswerk
M opdracht 6 blz 145 en 146

Slide 17 - Slide